
28 augustus 2025
De bomen zullen weer zichtbaar worden in het vergunningenbos: Vlaamse limitatieve lijst snoeit lokale regels bij
In uitvoering van het Verzameldecreet Omgeving 2024 legt de Vlaamse Regering principieel de limitatieve lijst van vrijgestelde of niet-vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen vast waarvoor gemeenten via een stedenbouwkundige verordening een vergunningsplicht kunnen invoeren.
Op 4 juli 2025 gaat de Vlaamse Regering over tot de principiële goedkeuring van het besluit tot vaststelling van de limitatieve lijst van mogelijke vergunningsplichtige handelingen op gemeentelijk niveau. Met dit besluit voert zij een belangrijke hervorming door in het omgevingsrecht, gericht op een betere afstemming tussen lokale autonomie en rechtszekerheid voor burgers en bedrijven.
Van autonome versnippering naar gereguleerde afbakening
Vandaag wordt de vergunningspraktijk gekenmerkt door een onoverzichtelijke wirwar van meer dan 300 verschillende lokale uitzonderingen op vrijstellingen en meldingen. Die situatie is het gevolg van de mogelijkheid voor gemeenten om via stedenbouwkundige verordeningen ongelimiteerd bijkomende meldings- of vergunningsplichten in te voeren.
Dit heeft de Vlaamse Regering ertoe gebracht om een harmonisering door te voeren. Met de invoering van een limitatieve lijst grijpt de Vlaamse wetgever in: voortaan kunnen gemeenten uitsluitend binnen die lijst nog bepaalde vrijgestelde handelingen vergunningsplichtig maken.
Het basisprincipe is dat de Vlaamse Regering exclusief bepaalt welke handelingen vergunningsplichtig, meldingsplichtig of vrijgesteld zijn. Gemeenten kunnen slechts binnen de opgelijste handelingen een keuze maken wat betreft bijkomende vergunningsplichten.
Handelingen op de limitatieve lijst
De limitatieve lijst omvat zes types stedenbouwkundige handelingen waarvoor de gemeenteraad via verordening een vergunningsplicht mag instellen:
- Vellen van hoogstammige bomen binnen 15 meter van een woning, tenzij om uitzonderingsredenen uit het Stedenbouwkundig Vrijstellingenbesluit.
- Vellen van dunnere bomen (50 cm – 1 m stamomtrek) buiten een straal van 15 meter rond een woning (ook indien er geen woning is).
- Vellen van dunnere bomen binnen de 15 meter rond woningen.
- Vellen of rooien van houtige beplanting met erfgoedwaarde, opgenomen in de inventaris landschappelijk erfgoed.µ
- Handelingen aan beschermde monumenten en goederen in stads- of dorpsgezichten, zoals wijzigingen aan dakbedekking, schrijnwerk, afwerkingslagen, zonnepanelen en publiciteitselementen.
- Vergelijkbare handelingen aan niet-beschermd erfgoed, mits duidelijke afbakening in de verordening en verantwoording op basis van architectonische, culturele of stedenbouwkundige waarde.
De lijst is strikt limitatief waardoor gemeenten geen andere handelingen mogen onderwerpen aan een vergunningsplicht. Zo mag een gemeente ook niet afwijken door bijvoorbeeld andere afstanden, boomtypes of erfgoedcriteria te hanteren.
Wat zijn de gevolgen van dit besluit?
Artikel 4.2.6, eerste lid, van de VCRO verplicht lokale besturen om hun bestaande bouwverordeningen of stedenbouwkundige verordeningen aan te passen binnen twee jaar na de vaststelling van de limitatieve lijst door de Vlaamse Regering, voor zover die verordeningen vergunnings- of meldingsplichten bevatten die niet in de lijst zijn opgenomen.
Ook in dit geval moet de procedure tot opheffing van verordeningen worden gevolgd, zoals expliciet geregeld door het Verzameldecreet Omgeving 2024.
Daarnaast voorziet artikel 4.2.6, tweede en derde lid, VCRO in een zogenoemde “hakbijlregeling”: bepalingen in gemeentelijke verordeningen die niet tijdig worden aangepast aan de limitatieve lijst, worden van rechtswege opgeheven na het verstrijken van de termijn van twee jaar.
De Vlaamse administratie verwacht geen substantiële personeels- of budgettaire impact, aangezien de meeste gemeenten die mogelijk bijkomende plichten invoeren, reeds beschikken over vergelijkbare lokale regelgeving. De hervorming leidt vooral tot een herordening en juridische zuivering van het bestaande verordeningslandschap.
Het besluit werd principieel goedgekeurd op 4 juli 2025 en maakt deel uit van een bredere set uitvoeringsbesluiten, waaronder ook het vernieuwde Vrijstellingenbesluit en Meldingsbesluit. Zoals voorgeschreven in de wetgevingsprocedure, wordt het ontwerpbesluit voorgelegd aan de volgende adviesinstanties:
- SARO – Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening – Onroerend Erfgoed
- VVSG – Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten
- VVP – Vereniging van de Vlaamse Provincies
Deze instanties worden verzocht om advies uit te brengen binnen een termijn van dertig dagen, alvorens het besluit definitief kan worden vastgesteld en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Deze adviesronde maakt dan ook integraal deel uit van de reguliere besluitvormingsprocedure.
Conclusie
Deze hervorming is een duidelijke uiting van het streven naar rechtszekerheid, administratieve vereenvoudiging en coherentie binnen het Vlaamse omgevingsrecht. Tegelijk maakt de limitatieve lijst duidelijk dat de gemeentelijke autonomie niet wordt afgeschaft, maar wel juridisch wordt geconditioneerd.
Door de invoering van een duidelijk keuzekader – beperkt tot zes nauw omschreven types handelingen – blijft er ruimte voor lokaal beleid, zonder dat dit ten koste gaat van uniforme rechtsregels.
Zoals voorzien in de wetgevingsprocedure wordt het besluit momenteel voor advies voorgelegd aan drie adviesorganen.
Na ontvangst en verwerking van deze adviezen kan de Vlaamse Regering overgaan tot de definitieve goedkeuring en publicatie in het Belgisch Staatsblad. Pas vanaf dat moment start ook de tweejarige overgangstermijn waarbinnen lokale besturen hun verordeningen moeten afstemmen op de limitatieve lijst.
Heeft u hier nog vragen over? Neem dan contact op met een van onze specialist advocaten in het omgevingsrecht. Wij helpen u graag verder.






