2 december 2019
De examens komen eraan: wat nu?
In december stromen de universiteitsbibliotheken terug vol met ijverige studenten die zich klaarstomen voor de examenperiode. De examens brengen echter ook enkele onzekerheden met zich mee: wanneer kan een student zijn examen inkijken of hoe kunnen examenresultaten betwist worden en hoe kan men zich in bijzondere omstandigheden toch geslaagd laten verklaren? Forum Advocaten begeleidt u daarom doorheen enkele belangrijke bepalingen omtrent de examens.
Twee examenkansen
Elke instelling uit het hoger onderwijs dient verplicht over een onderwijs- en examenreglement (OER) te beschikken. Dergelijk reglement is de eerste rechtsbron voor studenten, al mag men ook de Codex Hoger Onderwijs niet over het hoofd zien. In deze verzameling van onderwijsdecreten, staan namelijk nog tal van bepalingen die van belang zijn voor de student. Zo voorziet de Codex in het recht op twee examenkansen per opleidingsonderdeel (art. II.223, §2 CHO).
Dat betekent dat een student in geval van overmacht (bv. ziekte) recht heeft op een inhaalexamen. Wanneer een student echter ziek is in het eerste semester en het voor de instelling niet meer mogelijk is een inhaalexamen te organiseren in de examenperiode van het eerste semester, kan de instelling voldoen aan diens verplichting om te voorzien in twee examenkansen door de student het examen te laten afleggen in de examenperiode van het tweede semester.
Dit recht houdt ook in dat wanneer examens van verschillende opleidingsonderdelen op hetzelfde moment geëxamineerd worden, de student het recht heeft op een inhaalexamen voor één van beide examens. Zulks is in het bijzonder van belang voor studenten die opleidingsonderdelen van verschillende studiejaren combineren en die geconfronteerd worden met een examenrooster waarin de examens van deze studiejaren elkaar overlappen.
Het recht op twee examenkansen wordt echter op een aantal vlakken beperkt. Zo wordt het recht enkel voorzien voor de opleidingsonderdelen waarvan de aard twee examenkansen toelaat. Dat betekent dat deze bepaling o.m. niet van toepassing is op een stage afgelegd in het kader van een opleiding. Daarnaast heeft een student enkel recht op twee examenkansen om een creditbewijs te behalen. Eenmaal een student geslaagd is voor een examen en het creditbewijs is behaald, kan de student zijn recht op een tweede examenkans niet meer laten gelden om een hogere graad te bekomen.
Inzagerecht
De openbaarheid van bestuur geldt ook in het hoger onderwijs, waardoor studenten een inzagerecht hebben voor hun examens. Daar waar er voorheen discussie bestond of het inzagerecht pas gold wanneer de examenresultaten definitief zijn, heeft de decreetgever door de wijziging opgenomen in onderwijsdecreet XXIX klaarheid geschapen in deze kwestie. Sinds de decreetwijziging, voorziet art. II.277, tweede lid CHO in een inzagerecht in de door studenten afgelegde examens. Zulks houdt in dat studenten voortaan ook inzage hebben in de deelexamens van het eerste semester van een jaarvak, vooraleer de examenresultaten definitief worden. Daarnaast heeft de decreetwijziging ook het kopierecht beperkt. Examenkopijen dienen thans persoonlijk en vertrouwelijk behandeld te worden en mogen enkel gebruikt worden in functie van de onderwijsloopbaan van de student. Zo wil de decreetgever de handel in examenvragen aan banden leggen.
Betwisting van een examenresultaat
Intern beroep
Wanneer een student een examenresultaat wenst te betwisten, dient hij eerst de interne beroepsprocedure uit te putten. Waakzaamheid is daarbij geboden, want het beroep moet worden ingesteld binnen 7 kalenderdagen na de dag waarop het examenresultaat definitief wordt (art. II.283 CHO). De student moet in zijn verzoekschrift een feitelijke omschrijving en motivering van de bezwaren opnemen. Het onderwijs- en examenreglement bepaalt de verdere procedure per instelling. Indien het OER voorziet in een recht van de student om gehoord te worden in de procedure, heeft de student ook het recht om zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze (bv. advocaat). De interne beroepsinstantie dient een beslissing te nemen binnen 20 kalenderdagen na het instellen van het beroep. (art. II.284 CHO).
Extern beroep
Het is pas nadat er via de interne beroepsprocedure een definitieve beslissing is, dat de student deze beslissing (en niet de oorspronkelijke examenbeslissing) kan betwisten in een extern beroep bij de Raad voor Betwistingen inzake Studievoortgangsbeslissingen. Ook dit beroep dient ingesteld te worden binnen de 7 kalenderdagen na kennisgeving van de beslissing van de interne beroepsinstantie (art. II.294, §1 CHO). Het verzoekschrift wordt per aangetekende brief verstuurd naar de Raad én naar de instelling. Het moet daarnaast ook ondertekend worden door de student of diens raadsman, op straffe van onontvankelijkheid (art. II.294, §§2-3 CHO). Het verzoekschrift bevat naast een feitelijke omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren, ook enkele andere verplichte vermeldingen zoals de woonplaats van de verzoeker, de naam en zetel van de instelling en het voorwerp van het beroep. Ook voor de Raad, kan de student zich laten bijstaan door een advocaat of een deskundige (art. II. 309 jo. art. I.3, 53° CHO). Belangrijk is wel dat de Raad enkel een vernietigingsbevoegdheid heeft en dus geenszins zelf een nieuwe beslissing kan nemen. Indien de Raad aldus beslist om de beslissing van de interne beroepsinstantie te vernietigen, zal deze instantie een nieuwe beslissing moeten nemen, rekening houdende met het arrest van de Raad.
Geslaagdverklaring bij bijzondere omstandigheden
Naast de ‘gewone’ interne beroepsprocedure, kan de student zich geslaagd laten verklaren voor een opleiding indien hij kan aantonen dat er sprake is van bijzondere omstandigheden en dat hij de globale opleidingsdoelstellingen heeft behaald (art. II. 229 CHO). Studenten kunnen van deze procedure gebruik maken wanneer ze bijvoorbeeld niet geslaagd zijn voor één opleidingsonderdeel en deliberatie niet mogelijk is.
Bijzondere omstandigheden in deze procedure kunnen zowel van privé- als van studiegebonden aard zijn. Het kan gaan om bv. familiale omstandigheden, maar even goed wordt een licht tekort aanvaard als een bijzondere omstandigheid.
Daarnaast dient de student dus ook aan te tonen dat de globale opleidingsdoelstellingen zijn behaald. Het is daarbij voor de opleiding van belang om de kerncompetenties van de opleiding voldoende duidelijk te omschrijven. Ook een congruentietabel waarbij de link wordt gelegd tussen elke kerncompetentie en de opleidingsonderdelen waarin die kerncompetenties worden behaald, zal van belang zijn om aan te tonen of de student voldoet aan de globale opleidingsdoelstellingen. Het voldoen aan de globale opleidingsdoelstellingen is echter een feitenkwestie. De student kan hiervoor, naargelang de kerncompetentie, allerlei bewijsmiddelen aanbrengen zoals extracurriculair engagement als studentenvertegenwoordiger.
De examenperiode is een stressvolle periode voor zowel de student als de instelling. Een goed begrip van de wederzijdse rechten en verplichtingen kan echter al veel onzekerheden wegnemen. Forum Advocaten staat u daarom graag bij om helderheid te verschaffen en bijstand te verlenen omtrent bovenstaande rechten en procedures. Maar het weze gezegd: goed studeren biedt de beste slaagkansen. We wensen iedereen veel succes de komende examenperiode!
Geert de Hoon & Reiner Tijs