29 augustus 2022

Wat heeft het nieuwe boek 5 Verbintenissen van het Burgerlijk Wetboek in petto? – Deel 1

Het napoleontisch Burgerlijk Wetboek was aan vernieuwing toe en dus heeft de wetgever (o.m.) het verbintenissenrecht in een nieuw jasje gestoken. Het nieuwe boek 5 Verbintenissen van het Burgerlijk Wetboek heeft verschillende nieuwigheden in petto. In dit deel bespreken wij de invoering van de imprevisieleer, de zogenaamde “knock out-regel” inzake algemene voorwaarden en de algemene regeling omtrent onrechtmatige bedingen.

 

Imprevisie

Elke ondernemer weet dat wanneer het onmogelijk is geworden om een contractuele of wettelijke verbintenis na te komen, er sprake is van overmacht. Maar wat als de uitvoering van een verbintenis niet onmogelijk is geworden, maar in aanzienlijke mate is verzwaard of bemoeilijkt ten gevolge van onvoorzienbare en ontoerekenbare omstandigheden? In dat geval spreekt men van imprevisie of hardship.

Imprevisie werd traditioneel niet aanvaard in de Belgische rechtsorde. Slechts in geval van overmacht, kon een schuldenaar aan zijn verbintenis ontsnappen. Vaak leverde dit onbillijke situaties op, reden waarom de wetgever imprevisie nu wel heeft opgenomen in het nieuw Burgerlijk Wetboek (art. 5.74 nieuw BW).

Voorwaarden

De wetgever heeft thans voorzien dat de schuldenaar kan vragen om de overeenkomst te heronderhandelen met het oog op de aanpassing of beëindiging ervan indien aan de volgende vereisten is voldaan:

  • een verandering van omstandigheden maakt de uitvoering van het contract buitensporig bezwarend, dermate dat de uitvoering ervan redelijkerwijze niet langer kan worden geëist;
  • die verandering was onvoorzienbaar bij de contractsluiting;
  • die verandering is ontoerekenbaar in de zin van artikel 5.225 aan de schuldenaar;
  • de schuldenaar heeft dit risico niet voor zijn rekening genomen;
  • imprevisie werd niet uitgesloten door een wet of door het contract.

Uitvoering van de overeenkomst het uitgangspunt, imprevisie de uitzondering

Het uitgangspunt blijft echter dat overeenkomsten de partijen tot wet strekken. Slechts in uitzonderlijke omstandigheden kan men een beroep doen op deze bepaling.

Bovendien is deze bepaling van aanvullend recht, zodat partijen het recht op heronderhandelingen en het recht om het contract te wijzigen in geval van imprevisie contractueel kunnen uitsluiten of moduleren.

De onderhandelingen schorsen de contractuele verplichtingen niet

Tijdens de onderhandelingen blijven de partijen verplicht om hun contractuele verbintenissen na te komen. Indien de onderhandelingen worden afgewezen of indien ze zouden mislukken, kan de rechter het contract (geheel of gedeeltelijk) beëindigen, in voorkomend geval met terugwerkende kracht, waarbij die terugwerkende kracht hoogstens kan teruggaan tot de datum van wijziging van omstandigheden. Op verzoek van één van de partijen kan de rechter het contract ook aanpassen.

 

De knock out-regel inzake algemene voorwaarden

In de rechtspraak en rechtsleer bestond lang discussie omtrent de vraag welke algemene voorwaarden van toepassing zijn, indien de partijen bij een overeenkomst zich elk op hun eigen algemene voorwaarden beroepen en daarin opnemen dat de algemene voorwaarden van hun wederpartij worden uitgesloten. Om een einde te maken aan deze discussie, heeft de wetgever de zogenaamde knock out-regel ingevoerd (art. 5.23 nieuw BW).

Mogelijkheid tot effectieve kennisname van algemene voorwaarden

Deze regel vertrekt vooreerst vanuit de premisse dat de algemene voorwaarden van een partij slechts deel uitmaken van een overeenkomst voor zover de andere partij de mogelijkheid had om er effectief kennis van te nemen en zij deze voorwaarden ook aanvaard heeft. Hiermee wordt vaststaande rechtspraak gecodificeerd.

Daarnaast bepaalt de wet thans dat onderhandelde voorwaarden in geval van conflict voorrang hebben op algemene voorwaarden.

Conflicterende bepalingen worden KO geslagen

De belangrijkste vernieuwing is dat onder het nieuw verbintenissenrecht een overeenkomst tot stand kan komen zelfs wanneer aanbod en aanvaarding naar verschillende algemene voorwaarden verwijzen. Beide algemene voorwaarden maken deel uit van het contract, met uitzondering van de onverenigbare bedingen. Deze onverenigbare (of conflicterende) bedingen worden uit de overeenkomst “geslagen” (vandaar de naam “knock out-regel”).

Deze regelt steunt op de vermoede gemeenschappelijke bedoeling van de partijen en neemt als uitgangspunt dat de algemene voorwaarden in beginsel geen essentieel of substantieel bestanddeel van het contract vormen, doch slechts een bijkomstig bestanddeel. Het contract kan bijgevolg tot stand komen, zonder dat er wilsovereenstemming is over (alle) algemene voorwaarden. Het enkele feit dat beide partijen het contract willen sluiten op basis van hun eigen algemene voorwaarden en dat sommige daarvan onverenigbaar zijn, betekent niet dat de partijen het contract niet wilden sluiten. Enkel de onverenigbare algemene voorwaarden

blijven zonder gevolg.

Indien een partij van deze regel wenst af te wijken, dient zij vooraf of zonder onnodige vertraging na de ontvangst van de aanvaarding uitdrukkelijk (en dus niet door middel van algemene voorwaarden) aan te geven dat zij niet gebonden wil zijn door een dergelijk contract.

De vraag stelt zich echter hoeveel tijd na ontvangst van de aanvaarding een partij zal hebben om aan te geven dat zij niet gebonden wil zijn door een contract waarbij in de aanvaarding wordt verwezen naar andere algemene voorwaarden dan degene waarnaar verwezen wordt in het aanbod. Artikel 5.23, laatste lid nieuw BW stelt immers louter dat dit “zonder onnodige vertraging” dient te gebeuren en ook de parlementaire voorbereiding -waarin simpelweg verwezen wordt naar een “korte termijn”- biedt op dit vlak weinig houvast. Daar waar de knock out-regel voor rechtszekerheid moest zorgen, zal dit aspect ongetwijfeld nog veel discussies opleveren.

 

Algemene regeling omtrent onrechtmatige bedingen

Het nieuw burgerlijk wetboek voorziet ook in een algemene regeling omtrent onrechtmatige bedingen (art. 5.52 nieuw BW). Dit is opvallend nu er in het Wetboek van Economisch Recht (WER) reeds specifieke wetgeving is voorzien inzake onrechtmatige bedingen in B2C- en B2B-contracten.

De nieuwe regeling -die niet enkel op B2C- en B2B, contracten maar ook op C2C-contracten van toepassing zal zijn- bepaalt dat elk beding waarover niet kan worden onderhandeld en dat een kennelijk onevenwicht schept tussen de rechten en plichten van partijen onrechtmatig is en voor niet geschreven wordt gehouden. Bij de beoordeling van het kennelijk onevenwicht wordt rekening gehouden met alle omstandigheden rond het sluiten van het contract.

Het moge duidelijk zijn dat de wetgever met deze bepaling zwakke contractspartijen enige bescherming wil bieden, doch zonder al te veel in te grijpen op de contractvrijheid. Zo is het de expliciete bedoeling van de wetgever geweest om contracten waarover daadwerkelijk onderhandeld werd en die met kennis van zaken werden gesloten uit te sluiten van het toepassingsgebied van deze regeling. Men wil immers voorkomen dat zulke contracten later ter discussie worden gesteld op grond van het begrip “onrechtmatig beding”, nu dit zou ingaan tegen de doelstelling van deze regeling en bovendien bovenmatig afbreuk zou doen aan de contractvrijheid.

De vraag stelt zich echter wat de invloed zal zijn van deze algemene regeling op de bijzondere regelgeving in het Wetboek van Economisch Recht. Momenteel zal deze wetgeving -respectievelijk wat B2C- en B2B-contracten betreft- voorrang hebben op de algemene regel. De voorrangsregeling t.a.v. B2B-contracten zal echter mogelijk niet lang duren, nu de wetgever in de parlementaire voorbereiding al duidelijk hint op een afschaffing van de B2B-wet. Wordt vervolgd dus…

 

Inwerkingtreding

Natuurlijk is het ook van belang om te weten wanneer al deze nieuwe wetgeving in werking treedt. Gelet op de publicatie van het nieuwe boek 5 “Verbintenissen” op 1 juli 2022, zal dit boek in werking treden op 1 januari 2023. De nieuwe wetgeving zal van toepassing op alle rechtshandelingen en rechtsfeiten die hebben plaatsgevonden na de inwerkingtreding van deze wet.

Partijen kunnen evenwel kiezen voor een opt-in, teneinde de nieuwe wetgeving eveneens toe te passen op contracten afgesloten vóór de inwerkingtreding.

Heeft u nog vragen over deze nieuwe wetgeving of twijfelt u om het nieuwe verbintenissenrecht nu reeds toe te passen op uw contracten? Neem dan zeker contact op met onze specialisten verbintenissenrecht zodat wij u op maat kunnen adviseren.

Geert de Hoon en Ilse De Geyter

Ilse De Geyter

Ilse De Geyter is in de expertise bouw- en vastgoedrecht actief in bouwgeschillen en huur verhuur van onroerend goed. Haar directe communicatie, daadkracht en persoonlijke ervaring in eigen bouwprojecten komen van pas bij (zowel minnelijke als gerechtelijke) expertises en de opvolging van bouwgeschillen. Zij staat verschillende cliënten bij in de huur verhuur van vastgoed. In de expertise ondernemingsrecht is zij actief in contractenrecht, commerciële geschillen, tuchtrecht en incasso.

Zij is proactief, direct, resultaatgericht en nabij in de uitvoering.