11 oktober 2019

De grenzen van de hoorplicht in het kader van een tuchtprocedure

Principieel recht om te worden gehoord

De plicht van de tuchtoverheid om het betrokken personeelslid vooraf te horen is evenwel niet absoluut. In deze bijdrage wordt toegelicht onder welke omstandigheden de hoorplicht in tuchtzaken rechtmatig begrensd kan worden.

Mogelijkheid om afstand te doen van het recht om gehoord te worden

Het recht om in tuchtzaken vooraf gehoord te worden betreft een recht van het betrokken personeelslid. Het personeelslid is evenwel niet verplicht om ook gebruik te maken van dat recht en kan dan ook afstand doen van diens recht om vooraf gehoord te worden. Op de tuchtoverheid rust immers uitsluitend de verplichting om het betrokken personeelslid de mogelijkheid te bieden om vooraf gehoord te worden. Indien het personeelslid er zelf voor kiest om niet gehoord te worden, kan deze zich achteraf uiteraard niet beroepen op een schending van zijn of haar rechten van verdediging.

Omstandigheden die de uitoefening van het recht om gehoord te worden (nagenoeg) onmogelijk maken

Soms zal het betrokken personeelslid wel gehoord willen worden, maar is het voor hem of haar onmogelijk om fysiek aanwezig te zijn op de hoorzitting. Deze situatie doet zich voor wanneer het betrokken personeelslid bijvoorbeeld ziek is of zich in voorlopige hechtenis bevindt. Het personeelslid kan in voorkomend geval een schriftelijk verweer voeren of zijn of haar belangen laten behartigen door een raadsman.

Wanneer het betrokken personeelslid zich in voorlopige hechtenis bevindt kan hij of zij uiteraard onmogelijk in persoon aanwezig zijn op de hoorzitting. Indien het personeelslid persoonlijk gehoord wenst te worden en voor zover dit mogelijk is kan evenwel verzocht worden dat de tuchtoverheid het betrokken personeelslid hoort in de strafinrichting waar hij of zij verblijft. 

Indien het personeelslid niet aanwezig kan zijn op de hoorzitting wegens ziekte maar wel in persoon gehoord wenst te worden, moet de hoorzitting in principe uitgesteld worden. Zulks op voorwaarde dat men een medisch attest kan voorleggen waaruit blijkt dat men op de dag van de hoorzitting de woning niet mag verlaten. In voorkomend geval is het personeelslid wettig verhinderd.

De continuïteit van de openbare instelling primeert

De hoorzitting kan evenwel niet telkens uitgesteld worden wegens ziekte van het personeelslid. In geval van herhaalde afwezigheid zonder dat men zich laat vertegenwoordigen door een raadsman of zich schriftelijk verweert, is de tuchtoverheid er in het licht van het continuïteitsbeginsel toe gerechtigd om voorbij te gaan aan de op haar rustende hoorplicht.

De hoorplicht in tuchtzaken wordt namelijk steeds begrensd door het continuïteitsbeginsel dat ertoe strekt om de duurzaamheid en de werking van openbare instellingen te verzekeren. Het continuïteitbeginsel heeft geen invloed op de verplichting van de tuchtoverheid om het betrokken personeelslid de mogelijkheid te bieden om vooraf gehoord te worden, maar kan door de tuchtoverheid wel worden ingeroepen in geval van aanhoudende onwil of onmogelijkheid van het desbetreffende personeelslid om aanwezig te zijn op de hoorzitting. Wanneer de hoorzitting telkens uitgesteld dient te worden door toedoen van het personeelslid, kan de tuchtoverheid op basis van het continuïteitsbeginsel voorbijgaan aan de hoorplicht. Het recht om vooraf te worden gehoord mag door het personeelslid immers niet worden ‘misbruikt’ om de tuchtoverheid te verhinderen een beslissing te nemen.

Besluit

Het recht van een personeelslid om door de tuchtoverheid vooraf gehoord te worden is bijgevolg essentieel, maar geenszins absoluut. Het betrokken personeelslid kan enerzijds zelf afstand doen van zijn of haar recht om vooraf gehoord te worden, anderzijds wordt de hoorplicht in tuchtzaken eveneens begrensd door het continuïteitsbeginsel.

Indien u vragen heeft over de hoorplicht in tuchtzaken, aarzel dan niet om ons te contacteren. FORUM ADVOCATEN is graag bereid u verder te informeren en bij te staan in tuchtdossiers.

 

Auteurs: Laura Van Dooren & Reiner Tijs

Reiner Tijs

Reiner Tijs is gespecialiseerd in het overheidsrecht en het omgevingsrecht (ruimtelijke ordening, stedenbouw en milieu). Hij kan bogen op ruime expertise, jarenlange ervaring en een breed netwerk. Reiner is authentiek en geloofwaardig. Hij benut de kracht van een sterke juridische argumentatie.