
12 juni 2025
12 juni: Internationale Dag tegen Kinderarbeid!
12 juni staat wereldwijd in het teken van ‘de Internationale Dag tegen Kinderarbeid’. Hoewel kinderarbeid vaak wordt gelinkt aan ontwikkelingslanden, blijft het ook binnen onze westerse context een actueel thema. Denk maar aan de recente commotie die ontstond rond de zogenaamde ‘kidfluencers’. In deze blog zetten we de regelgeving op een rijtje en staan we stil bij het spanningsveld tussen kinderen en commerciële activiteiten.
Internationale dag tegen kinderarbeid
Elk jaar op 12 juni wordt wereldwijd stilgestaan bij de Internationale Dag tegen Kinderarbeid. Deze dag is in het leven geroepen om aandacht te vragen voor de miljoenen kinderen die nog steeds gedwongen worden om te werken in plaats van naar school te gaan.
Wereldwijd zijn er immers, ondanks de jarenlange inzet van de Verenigde Naties, nog steeds zo’n 160 miljoen kinderen die in werksituaties verkeren die hun ontwikkeling belemmeren. Kinderarbeid ontneemt kinderen hun kindertijd, hun recht op onderwijs en tast vaak ook hun gezondheid en veiligheid aan. Deze dag dient dan ook als een belangrijk moment om bewustzijn te creëren, beleidsmakers aan te sporen tot actie en om organisaties, bedrijven en consumenten te herinneren aan hun verantwoordelijkheid om kinderarbeid uit te bannen. Alleen door gezamenlijke inspanning kunnen we werken aan een wereld waarin elk kind de kans krijgt om veilig op te groeien en zich volledig te ontwikkelen.
Regels met betrekking tot de tewerkstelling van kinderen
Verbod op kinderarbeid overeenkomstig het Kinderrechtenverdrag
Artikel 32 van het Kinderrechtenverdrag legt de plicht op aan de staten om kinderen te beschermen tegen tewerkstellingen die een bedreiging vormen voor hun gezondheid, opvoeding en ontwikkeling.
Dit betekent meer concreet dat de staten minimumleeftijden moeten voorschrijven vanaf wanneer kinderen toegelaten kunnen worden tot de arbeidsmarkt. Hierbij dienen ook voorwaarden te worden opgelegd waaraan de arbeidsomstandigheden moeten voldoen, vooraleer een tewerkstelling mogelijk is voor kinderen.
Verbod op kinderarbeid naar Belgisch recht
Het verbod van kinderarbeid wordt in België dan ook verder geregeld door de Arbeidswet (wet van 16 maart 1971). De Arbeidswet verduidelijkt het begrip ‘kinderen’, waaronder wordt verstaan: “de minderjarigen beneden 15 jaar of de minderjarigen die nog onderworpen zijn aan de voltijdse leerplicht”.
In principe is het verboden om kinderen arbeid te doen of laten verrichten of enige werkzaamheid buiten het kader van hun opvoeding of vorming te doen of later uitvoeren. Meer concreet is het in ieder geval verboden kinderen enige werkzaamheid te doen of laten uitvoeren die een nadelige invloed kan hebben op de ontwikkeling van het kind op pedagogisch, intellectueel of sociaal vlak, zijn fysieke, psychische of morele integriteit in gevaar brengt of die schadelijk is voor enig aspect van zijn welzijn.
In bepaalde situaties kunnen er echter afwijkingen worden toegestaan op het verbod van kinderarbeid, denk maar aan de acteerprestaties van kinderen in musicals of tv-series. Dergelijke afwijkingen worden echter maar toegelaten voor bepaalde werkzaamheden, evenals voor een bepaalde tijd.
De Arbeidswet bepaalt namelijk in welke gevallen kinderen arbeid kunnen verrichten. Deze wettelijke lijst, die voorschrijft in welke gevallen individuele afwijkingen kunnen worden toegestaan, kan bij koninklijk besluit beperkt of uitgebreid worden, al werd er tot op heden nog geen dergelijk KB genomen. Om een individuele afwijking te verkrijgen op het verbod van kinderarbeid zal het heel specifiek moeten gaan om het verrichten van arbeid door het kind in de rol van:
- Acteur, figurant, zanger, muzikant of danser aan uitvoeringen van culturele, wetenschappelijke, opvoedkundige of artistieke aard, zoals onder andere:
- toneel, opera, operette, ballet of circus;
- dans-, muziek- of zangwedstrijden of enige andere podiumwedstrijd of activiteit;
- Acteur, figurant, zanger, muzikant of model aan beeld- of klankregistraties of rechtstreekse uitzendingen voor radio of televisie, al dan niet voor reclamedoeleinden;
- Figurant of model aan fotosessies, al dan niet voor reclamedoeleinden;
- Model of figurant aan modeshows en voorstellingen van collecties klederen.
Dergelijke individuele afwijkingen op het verbod van kinderarbeid kunnen enkel worden toegestaan voor zover de werkzaamheden worden uitgevoerd tussen bepaalde tijdspannen, namelijk:
- 8 en 19 uur door een kind t.e.m. 6 jaar;
- 8 en 22 uur door een kind van 7 t.e.m. 11 jaar;
- 8 en 23 uur door een kind van 12 tot 15 jaar of dat nog onderworpen is aan de voltijdse leerplicht.
Verder kunnen deze individuele afwijkingen ook maar worden toegelaten, voor zover er aan de wettelijke toekenningsvoorwaarden wordt voldaan:
- de persoon die de individuele afwijking aanvraagt verbindt zich ertoe erop toe te zien dat het uitvoeren van de werkzaamheid, waarvoor de afwijking aangevraagd wordt, geen nadelige invloed heeft op de ontwikkeling van het kind op pedagogisch, intellectueel en sociaal vlak, zijn fysieke, psychische en morele integriteit niet in gevaar brengt en niet schadelijk is voor enig aspect van zijn welzijn;
- de vader, moeder of de voogd, voorafgaand hun schriftelijke toelating geven voor het uitvoeren van deze werkzaamheid;
- de aanvrager er zich toe verbindt de bijkomende algemene voorwaarden die bij KB kunnen bepaald worden voor het uitvoeren van deze werkzaamheid, na te leven;
- de aanvrager zich ertoe verbindt de bijkomende bijzondere voorwaarden die in de individuele afwijking kunnen bepaald worden voor het uitvoeren van deze werkzaamheid, na te leven.
Op de schending van het verbod op kinderarbeid staan zware sancties, namelijk een sanctie van niveau 4. Dit sanctieniveau bestaat uit hetzij een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en een strafrechtelijke geldboete van 600 tot 7.000 euro of uit één van die straffen alleen, hetzij uit een administratieve geldboete van 300 tot 3.500 euro. Wat de geldboeten betreft dient er rekening mee te worden gehouden dat de effectieve boete bepaald wordt, rekening houdende met de wettelijke opdeciemen. In realiteit is het bedrag van de boetes dus veel hoger, namelijk een strafrechtelijke geldboete van 4.800 tot 56.000 euro of een administratieve geldboete van 2.400 tot 28.000 euro. Bijkomend dient de geldboete die zal worden opgelegd in geval van een overtreding, vermenigvuldigd te worden met het aantal betrokken kinderen.
De naleving van de regels betreffende de individuele afwijkingen op het verbod van kinderarbeid wordt dan weer gewaarborgd door een sanctie van niveau 2 of niveau 3, naargelang van de aard van de inbreuk. Ook hier dient rekening te worden gehouden met de opdeciemen, waardoor de wettelijk bepaalde geldboetes vermenigvuldigd moeten worden met ‘8’.
Wat met kinderen die ingezet worden voor reclame op sociale media?
In lijn hiervan dient ook gewezen te worden op het recente fenomeen van de ‘kidfluencers’. ‘Kidfluencers’ zijn minderjarigen die online actief zijn als influencer en hiermee dus ook vaak een verdienmodel nastreven al dan niet via een ouder die zelf ook actief bezig is met influencing. Deze kinderen worden betrokken bij commerciële opdrachten, bijvoorbeeld het promoten van kinderkleding, en verrichten hiermee dus ook een vorm van arbeid. De vraag rijst immers of deze activiteiten kunnen worden beschouwd als ‘arbeid’ in de zin van de Arbeidswet.
De activiteiten die deze ‘kidfluencers’ verrichten kunnen in regel gezien worden als arbeid in de zin van de Arbeidswet. ‘Influencing’ werd immers niet opgenomen in de wetgevende lijst van toegelaten uitzonderingen, waardoor het dus onder de noemer ‘kinderarbeid’ zou kunnen vallen. Hierbij dient echter wel het een en ander genuanceerd te worden, aangezien veel afhangt van de concrete omstandigheden waaronder dit gebeurt: Vinden de kinderen het zelf leuk?, Worden zij hier intensief mee belast of worden zij maar kort betrokken bij de opdrachten?, etc. Dit werd recentelijk ook in de media onder de aandacht gebracht.
De Arbeidsinspectie heeft naar aanleiding van het debat wel laten weten dat zij thans nog geen proactieve onderzoeken voert naar het fenomeen van de ‘kidfluencers’. Dit zou zich immers teveel in een grijze zone bevinden, aangezien het niet altijd duidelijk is in hoeverre dit echt arbeid is voor de betrokkene kinderen. In ieder geval dringt de invoering van een wettelijk kader hieromtrent zich op (ev. in de vorm van een KB dat de bovenstaande wettelijke opsomming van toegelaten werkzaamheden uitbreidt), aangezien er vandaag dus nog heel wat onduidelijkheid bestaat over het toegelaten karakter van deze vorm van arbeid voor kinderen.
Heeft u verdere vragen hieromtrent? Contacteer dan zeker een van onze specialisten arbeidsrecht zodat wij u op maat kunnen adviseren. Ook voor al uw andere vragen met betrekking tot het arbeidsrecht en het sociaal recht kan u bij ons terecht.