
3 februari 2025
Bestaat er een “recht op vergissen” in het omgevingsrecht?
Mogen ondernemingen en burgers binnenkort kleine, onopzettelijke fouten maken in hun vergunningsaanvraag zonder daarvan meteen (zware) gevolgen te moeten ondervinden? Het klinkt als muziek in de oren of is het eerder muziek voor de verre toekomst?
Een kleine fout of vergissing bij het indienen van een vergunningsaanvraag is snel gebeurd. Maar moet dit dan meteen tot de onontvankelijkheid van de aanvraag leiden of moet daardoor de aanvraag nadien stranden op een weigering? Bij heel wat bouwheren, architecten, projectontwikkelaars en andere ondernemers bestaat hierover heel wat frustratie.
In het complexe kluwen van het omgevingsrecht is het vaak niet evident om door de bomen nog het bos te zien. En een vergissing of vergetelheid is dan snel gebeurd, vaak onbewust en zeker niet vanuit een slechte intentie. Mag of kan men zich vergissen zonder dat dit meteen afgestraft moet worden? Het debat over het recht op vergissen is opnieuw opgelaaid en kan potentieel evolueren naar een menselijker en evenwichtiger sanctiebeleid.
Wat is het recht op vergissen?
Het recht op vergissen houdt in dat mensen kleine, onopzettelijke fouten mogen maken zonder dat dit leidt tot zware of disproportionele gevolgen. Denk hierbij aan een administratieve vergissing of een fout in een belastingaangifte. Dit principe werd op 21 november 2024 bevestigd door een arrest van het Grondwettelijk Hof. In dit arrest werd geoordeeld dat belastingverhogingen niet automatisch mogen worden opgelegd bij vergissingen te goeder trouw. Alleen in gevallen van kwade trouw of herhaalde overtredingen is een sanctie gerechtvaardigd.
De Vlaamse aanpak
Het arrest van het Grondwettelijk Hof heeft ook in Vlaanderen de bal aan het rollen gebracht. Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Hilde Crevits (CD&V) wil het recht op vergissen opnemen in de Vlaamse wetgeving. Het idee is dat burgers een beroep kunnen doen op dit recht om eenmalige en onschuldige fouten te corrigeren zonder angst voor buitensporige sancties. “We willen een proportioneel sanctiebeleid waar menselijkheid een plek krijgt,” benadrukt minister Crevits.
Minister Crevits gaat nu verder overleg plannen met onder meer de Vlaamse ombudsdienst en het netwerk van Vlaamse ombudsmannen en –vrouwen om een ontwerptekst op te stellen waarover de Vlaamse Regering en het Vlaams parlement zich vervolgens kunnen buigen. Dat betekent dat het recht op vergissen nog in de kinderschoenen staat.
Praktisch belang voor burgers en ondernemingen
Burgers en ondernemingen worden geconfronteerd met een complexe administratieve regelgeving. Het omgevingsrecht is hiervan een goed/slecht voorbeeld. Vlaams minister van Omgeving en Landbouw Jo Brouns (CD&V) erkent dit probleem. Tijdens een plenaire vergadering op 22 januari 2025 liet hij het volgende optekenen: “Mijn uitgangspunt is dat de meeste mensen deugen. We moeten op een meer vertrouwelijke en empathische manier kansen geven aan ondernemers.” Met de eerste zin verwees hij mogelijk naar de internationale bestseller van Rutger Bregman met de gelijknamige titel “De meeste mensen deugen”, waarin een alternatieve geschiedenis van de mens wordt geschetst. Met de tweede zin verwees hij duidelijk naar de doelstellingen van het recht op vergissen.
De regelgeving in het omgevingsrecht wordt steeds complexer, met talloze formaliteiten waaraan voldaan moet worden. Minister Brouns wil bekijken hoe het recht op vergissen in dit domein toegepast kan worden. Dit principe kan ondernemers weer ademruimte geven en hen helpen zich te focussen op hun kernactiviteiten.
Inspiratie uit het buitenland
Andere landen bieden inspiratie voor hoe Vlaanderen het recht op vergissen kan vormgeven. In Frankrijk is ‘le droit à l’erreur’ opgenomen in het ‘Charter van de belastingplichtige’. Dit Charter gaat uit van het principe dat burgers te goeder trouw zijn en geeft hen de ruimte om een fout recht te zetten. Het Charter hanteert drie voorwaarden die voldaan moeten zijn:
- Het moet gaan om een eerste of enige fout of materiële vergissing,
- De betrokkene moet zelf de fout op eigen initiatief of op uitnodiging van de betreffende overheidsdienst rechtzetten en
- Er mag geen sprake zijn van opzettelijke fout of van fraude.
Ook in Nederland is het ‘recht op vergissen’ in het regeerprogramma opgenomen. Zo mag een fout er niet meer voor zorgen dat er automatisch een straf volgt.
De uitdagingen
Hoewel het recht op vergissen veelbelovend klinkt, brengt het ook uitdagingen met zich mee. Wanneer wordt een fout beschouwd als ‘klein’? Hoe bepaal je of iemand te goeder trouw is? Het risico bestaat dat het controleren van de intenties achter een fout juist meer bureaucratie met zich meebrengt.
Bovendien blijft de wetgeving voorlopig een voorstel. Totdat er een concreet akkoord en een duidelijke ontwerptekst is, blijft het voor burgers en ondernemingen cruciaal om fouten te vermijden. De hulp van experten kan hierbij van onschatbare waarde zijn.
Daarnaast bestaat er al heel wat wetgeving die er precies op gericht is om probleempunten bij het indienen van aanvragen of bij het doorlopen van een procedure te remediëren: denk maar aan de mogelijkheden om een onvolledige aanvraag verder aan te vullen in de ontvankelijkheidsfase, om procedurele gebreken te herstellen met een administratieve lus, om doorheen de procedure extra informatie aan het dossier toe te voegen, om gewijzigde plannen doorheen de procedure in te dienen etc.
Daarnaast zou ook (of eerder) gedacht kunnen worden aan het invoeren van een algemene behulpzaamheidsplicht voor elke overheid die belast is met de behandeling van vergunningsaanvragen. Zoals er een (weliswaar beperkt) recht op uitleg bestaat in het kader van de regeling inzake de openbaarheid van bestuur, zo zou men meer algemeen een verplichting tot behulpzaamheid kunnen invoeren waardoor bijvoorbeeld verhinderd zou worden dat de overheid een dossier meteen onontvankelijk verklaart, terwijl ze net de mogelijkheid heeft om bijkomende documenten op te vragen waardoor het dossier wel volledig zou zijn.
In dat verband kan overigens ook verwezen worden naar Ombudsnorm 7 over de “Actieve dienstverlening”. Deze norm vereist dat de overheid meer doet dan antwoorden op de gestelde vragen. Zij verstrekt de individuele burger ook ongevraagd de gerichte informatie en hulp die voor de betrokkene nuttig is, of verwijst daarvoor zo gericht mogelijk door. De overheid houdt de burger uit eigen beweging op de hoogte van het verloop van diens dossier.
Toch beter goed voorbereid?
Hoewel het modieus klinkt om over het recht op vergissen te spreken, is de praktische uitwerking in een algemeen geldende norm niet zo evident. Als er intensief gebruik zou gemaakt worden van alle reeds bestaande instrumenten en als de Ombudsnorm van actieve dienstverlening steeds in acht genomen zou worden, zijn al heel wat problemen de wereld uit.
En zoals de meeste mensen deugen, deugen ook de meeste besturen. Om de brug te slaan tussen ontwikkelaar en overheid is en blijft expertise een minimumvereiste en een relatiegerichte advocatuur een absolute meerwaarde. Als juridische bruggenbouwer zet Forum Advocaten hier volop op in. Heeft u vragen over het indienen van uw vergunningsaanvraag? Neem dan contact op met een van onze specialisten in het omgevingsrecht. Wij helpen u graag verder.