relatiegericht-icon Relatiegerichte advocatuur
transparant-icon Transparante werkwijze
expert-icon Team van juridische experten
reactie-icon Snel antwoord
resultaat-icon Resultaatgerichte aanpak

Het nieuwe insolventierecht – wijzigingen betreffende de gerechtelijke reorganisatie en het faillissement

May 21, 2018

De Wet van 11 augustus 2017 voorziet in een nieuw Boek XX dat zal worden toegevoegd aan het Wetboek van Economisch Recht. Dit Boek smelt de WCO en de faillissementswet samen met het oog op een coherente en leesbare wetgeving dewelke ook inhoudelijk grondig wordt gewijzigd. Bij de gerechtelijke reorganisatie kan de onderneming drie opties overwegen, zijnde het minnelijk akkoord, het collectief akkoord en de overdracht onder gerechtelijk gezag. De nieuwe wetgeving voert dienaangaande een aantal punctuele wijzigingen door. Een belangrijke wijziging betreft de neerlegging van een verzoekschrift met aanvraag tot gerechtelijke reorganisatie hetwelk niet langer volstaat om de openbare verkoop tegen te houden. Deze wijziging is er gekomen om misbruik tegen te gaan van schuldenaars dewelke herhaaldelijk dergelijke verzoekschriften neerlegden. Hoewel het initiële wetsontwerp nog het tegenovergestelde preciseerde, verwerven fiscale en sociale schulden ontstaan tijdens de periode van opschorting bovendien wel degelijk het statuut van boedelschuld. De nieuwe wetgeving moedigt het sluiten van een minnelijk akkoord aan en voorziet er in dat de rechtbank het gerechtelijk minnelijk akkoord – mits marginale toetsing – homologeert en uitvoerbaar verklaart. Ook een buitengerechtelijk akkoord kan facultatief worden gehomologeerd. Voor wat betreft het collectief akkoord wijzigt de wetgever de definitie van “buitengewone schuldvorderingen in de opschorting”, als volgt: “de schuldvorderingen in de opschorting die gewaarborgd zijn op het ogenblik van de opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie, door een zakelijke zekerheid, en de schuldvorderingen van de schuldeisers-eigenaars”. Bovendien wordt de minimumdrempel van het terug te betalen bedrag in hoofdsom verhoogd van 15% naar 20%. Inzake de overdracht onder gerechtelijk gezag bestaat er voor de overnemer thans de mogelijkheid om lopende overeenkomsten mee op te nemen zonder dat een medecontractant zijn toestemming hiervoor dient te geven (op voorwaarde evenwel dat de overeenkomst niet persoonsgebonden is en de overnemer de uitstaande schulden van het contract betaalt). Ook voor wat betreft het faillissement werd er door de wetgever in een aantal wijzigingen voorzien. Gelet op het feit dat de wetgever de “tweede kans” voor de ondernemer wenst te bevorderen, komen goederen en inkomsten die de gefailleerde na faillissementsdatum verwerft, in principe niet meer toe aan de faillissementsboedel (tenzij de oorzaak van het verkrijgen het faillissement voorafgaat). Tevens werd de verschoonbaarverklaring van een natuurlijke persoon vervangen door een (snelle) kwijtschelding, dit eveneens met het oog op de “tweede kans” van de ondernemer. Het nieuwe insolventierecht is van toepassing op insolventieprocedures na 1 mei 2018.