Door:

28 september 2022

De ontslagbescherming van de preventieadviseur

De preventieadviseur staat de werkgever en zijn werknemers bij om de regelgeving inzake welzijn op het werk toe te passen en heeft een belangrijke adviserende functie die hij in volledige onafhankelijkheid vervult. Kan de preventieadviseur met zijn bijzonder statuut dan ook zonder meer worden ontslagen? In deze blog formuleren we een antwoord op deze vraag.

Wat is een preventieadviseur?

Artikel 2 van de wet van 20 december 2002 betreffende de bescherming van de preventieadviseurs verduidelijkt wat we onder preventieadviseur moeten verstaan:

  • elke natuurlijke persoon, verbonden aan een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, met wie de werkgever een arbeidsovereenkomst heeft gesloten of die verbonden is met de werkgever krachtens een statuut waarbij zijn rechtspositie eenzijdig is geregeld door de overheid en die daadwerkelijk tewerkgesteld wordt door de werkgever en die de in de Welzijnswet Werknemers bepaalde opdrachten vervult;
  • elke natuurlijke persoon die al dan niet krachtens een arbeidsovereenkomst verbonden is met een erkende externe dienst voor preventie en bescherming op het werk waarop de werkgever een beroep doet voor de uitvoering van de opdrachten bepaald in de Welzijnswet Werknemers.

Indien een werkgever minstens 1 werknemer in dienst heeft, is de werkgever verplicht een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk op te richten, waarbinnen minstens één werknemer aangesteld wordt als preventieadviseur. Als een onderneming minder dan 20 werknemers heeft, kan de functie van preventieadviseur vervuld worden door de werkgever zelf, maar kan dit even goed uitbesteed worden aan een externe dienst. Als een onderneming meer dan 20 werknemers telt, moet het een werknemer zijn die de functie van preventieadviseur vervult.

Ontslagbescherming van de preventieadviseur

De preventieadviseur van de interne dienst mag niet zomaar uit zijn functie worden ontzet of worden ontslagen. Een werkgever kan de overeenkomst met de preventieadviseur enkel beëindigen, een einde maken aan de statutaire tewerkstelling van de preventieadviseur of de preventieadviseur uit zijn functie verwijderen om redenen die vreemd zijn aan zijn onafhankelijkheid of om redenen waaruit blijkt dat de preventieadviseur niet bekwaam is om zijn opdrachten (als preventieadviseur) uit te oefenen.

In deze blog gaan wij nader in op de bescherming in geval van beëindiging van de overeenkomst. Aarzel niet om ons te contacteren indien u vragen zou hebben over de bescherming in geval van verwijdering uit de functie of in geval van een statutaire tewerkstelling.

De ontslagprocedure

Wanneer moet de procedure gevolgd worden en wanneer niet?

Wanneer de werkgever de arbeidsovereenkomst met de preventieadviseur wil beëindigen, moet een specifieke procedure worden gevolgd zoals bepaald in de wet van 20 december 2002 betreffende de bescherming van de preventieadviseurs, dewelke van openbare orde is.

In sommige gevallen moet de procedure niet gevolgd worden: bij een ontslag om dringende reden, in geval van sluiting van de onderneming, bij collectief ontslag, ingeval de preventieadviseur zelf de overeenkomst beëindigt en wanneer de termijn waarvoor de overeenkomst gesloten werd, verstrijkt.

Voornemen tot ontslag of functieverwijdering

De werkgever moet via een aangetekende brief de redenen voor de beëindiging van de overeenkomst, alsook het bewijs van deze redenen, meedelen aan de preventieadviseur zelf. Dit betreft aldus geen ontslaghandeling, maar een kennisgeving van het voornemen om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Gelijktijdig moet de werkgever bij een aangetekende brief aan het bevoegde comité (Comité voor preventie en bescherming op het werk wanneer het een preventieadviseur van de interne dienst betreft) het akkoord vragen over de beëindiging. De werkgever bezorgt het bevoegd comité eveneens een afschrift van de aangetekende brief die werd verzonden aan de preventieadviseur.

Akkoord van het bevoegd comité

Als het bevoegd comité akkoord gaat, mag de werkgever de overeenkomst beëindigen (mits naleving van de bepalingen van de Arbeidsovereenkomstenwet). De preventieadviseur kan, wanneer hij niet akkoord gaat met deze beslissing, de bevoegde arbeidsrechtbank verzoeken om vast te stellen dat de redenen betreffende de onbekwaamheid niet bewezen zijn of dat er afbreuk is gedaan aan zijn onafhankelijkheid.

Geen akkoord van het bevoegd comité

Gaat het bevoegd comité niet akkoord of verleent het comité geen advies binnen een redelijke termijn, dan mag de werkgever niet overgaan tot het ontslag. Indien de werkgever de overeenkomst alsnog wenst te beëindigen, moet hij, voor hij de zaak bij de arbeidsrechtbank aanhangig maakt, zich wenden tot de bevoegde arbeidsinspecteur die zal trachten te bemiddelen tot een akkoord tussen het bevoegd comité en de werkgever. In deze fase kunnen twee situaties zich voordoen:

  • Als er een akkoord wordt bereikt, mag de werkgever overgaan tot beëindiging van de overeenkomst.
  • Als er geen akkoord wordt bereikt, verstrekt de arbeidsinspecteur een advies bij aangetekende brief aan de werkgever. De werkgever moet het bevoegd comité hier binnen een termijn van 30 dagen op de hoogte van brengen. Wenst de werkgever nog steeds de overeenkomst te beëindigen, dan moet hij zich wenden tot de arbeidsrechtbank.

In dit blogbericht gaan wij niet verder in op de gerechtelijke procedure voor de arbeidsrechtbank die desgevallend kan plaatsvinden.

Een niet onbelangrijk praktisch gegeven daarbij is evenwel dat de werkgever mag beslissen of de uitvoering van de overeenkomst geschorst wordt tijdens de gerechtelijke procedure, dit vanaf dagvaarding voor de arbeidsrechtbank. De preventieadviseur is vrij om gedurende deze eventuele schorsing een einde te maken aan zijn arbeidsovereenkomst zonder opzeggingstermijn of -vergoeding.

Onrechtmatige beëindiging

Wanneer de werkgever de overeenkomst met de preventieadviseur onrechtmatig heeft beëindigd, moet de werkgever een vergoeding gelijk aan twee of drie jaar actueel loon betalen aan de preventieadviseur (afhankelijk van een anciënniteit van respectievelijk minder of meer dan 15 jaar). Deze onrechtmatigheid kan bestaan hetzij uit de niet-naleving van de voorgeschreven procedures hetzij wanneer de beëindiging plaats heeft gevonden ondanks het oordeel van de arbeidsrechtbank dat de aangevoerde redenen m.b.t. de onbekwaamheid niet bewezen zijn hetzij wanner wel degelijk afbreuk is gedaan aan de onafhankelijkheid van de preventieadviseur.

Heeft u verdere vragen over de rol en positie van de preventieadviseur en zijn wettelijke ontslagbescherming? Aarzel niet om onze specialisten arbeids- en sociaal recht te contacteren.

Jana Kern & Thibault Van de Ryse

Jana Kern

Zij staat vooral de ondernemer, maar ook de werknemer bij in binnen- en buitenland, en dit in 6 talen. Deze meertalige ondersteuning zorgt ervoor dat internationale ondernemingen op maat worden geholpen in hun eigen taal.

Zij is energiek, perfectionistisch en gedreven om ieder project tot een goed einde te brengen.