26 april 2024
Stap voor stap naar een beter bestuur: ontdek de nieuwe vereiste voor het benoemen van bestuurders
Sinds de invoering van de wet van 1 augustus 2023, is er een nieuwe vereiste toegevoegd voor het benoemen van bestuurders. Niet alleen moet de kandidaat gekwalificeerd zijn, maar nu moet de vennootschap ook verklaren dat deze persoon geen actueel bestuursverbod heeft opgelegd gekregen door een rechtscollege van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER).
Wet van 1 augustus 2023
De wet betreffende het Centraal register van bestuursverboden, die reeds in werking trad op 1 augustus 2023 legt een bijkomende verplichting op bij elke benoeming of herbenoeming van de volgende personen:
- bestuurder;
- zaakvoerder;
- commissaris;
- dagelijks bestuurder;
- lid van een directiecomité;
- directieraad of raad van toezicht;
- vereffenaar van een rechtspersoon;
- de vertegenwoordiger voor de werkzaamheden van een bijkantoor;
- gedelegeerd bestuurder; en
- vaste vertegenwoordiger.
Wanneer u van plan bent om iemand te benoemen tot een van de genoemde functies binnen een vennootschap, vzw, ivzw, of stichting, moet bij het indienen van de publicatie bij de griffie van de ondernemingsrechtbank worden verklaard dat deze persoon geen bestuursverbod heeft opgelopen. Deze verklaring moet worden verstrekt door de desbetreffende vennootschap, vzw, ivzw, of stichting waarin de persoon in kwestie zal worden benoemd.
Bestuursverboden
Personen die onderhevig zijn aan een bestuursverbod mogen gedurende een bepaalde periode geen mandaten bekleden binnen een vennootschap of vereniging. Dit verbod wordt doorgaans toegepast bij faillissementen of ernstige nalatigheid in het bestuur van een vennootschap of vereniging.
Concreet mag voormelde persoon geen van onderstaande bestuursverboden hebben opgelopen:
- een verbod om een (dagelijks) bestuursfunctie uit te oefenen;
- een verbod om een functie uit te oefenen waarbij de macht wordt verleend om een onderneming te verbinden;
- een verbod om het bestuur uit te oefenen van een bijkantoor in België;
- een algemeen verbod om een onderneming uit te baten (zowel persoonlijk als via een tussenpersoon).
Gevolgen
Bij gebrek aan een verklaring moet de griffie in principe de bevoegde kamer van inbeschuldigingstelling hieromtrent in kennis stellen. De kamer van inbeschuldigingstelling zal vervolgens onderzoeken of er een dergelijk bestuursverbod is opgelegd. Het niet indienen van de verklaring leidt bijgevolg tot enige vertraging bij de publicatie van de benoeming en kan de goede werking van de rechtspersoon (en haar organen) verstoren.
De praktijk leert ons evenwel dat indien deze verklaring niet wordt meegestuurd, de griffie het volledige dossier terugzendt naar de afzender met het oog op regularisatie. Pas wanneer de verklaring mee wordt opgestuurd, zal de griffie het dossier verder behandelen.
Verklaring
Op de website van de Hoven en Rechtbanken van België is een standaardverklaring ter beschikking gesteld aan het publiek, waardoor u eenvoudig voormelde verklaring zelf kan invullen.
Naast deze verklaring dient u uiteraard ook nog rekening te houden met de andere neerleggingsvereisten.
Heeft u vragen omtrent de publiciteitsvereisten of wenst u een persoon te benoemen of te ontslaan? Neem dan zeker contact op met onze specialisten vennootschapsrecht zodat wij u op maat kunnen adviseren. Ook voor al uw andere vragen met betrekking tot het ondernemings- en vennootschapsrecht kan u bij ons terecht.