
16 oktober 2025
Nieuwe Belgische meerwaardebelasting op aandelen: wat u moet weten
Op 26 juni 2025 bereikte de federale regering een akkoord over de invoering van een nieuwe meerwaardebelasting op de verkoop van financiële activa door particulieren. De maatregel kadert in een bredere fiscale hervorming en treedt in werking op 1 januari 2026. Hoewel de effectieve toepassing dus pas volgend jaar is, loont het om nu al actie te ondernemen.
Wat houdt de nieuwe meerwaardebelasting precies in?
Vanaf 1 januari 2026 worden meerwaarden op de verkoop van financiële activa – waaronder beursgenoteerde en niet‑beursgenoteerde aandelen, obligaties, beleggingsfondsen, derivaten en zelfs crypto‑activa – in principe belast tegen 10%. De belasting is van toepassing op natuurlijke personen én op rechtspersonen die onderworpen zijn aan de rechtspersonenbelasting (zoals vzw’s en stichtingen).
Voor vennootschappen verandert er niets: meerwaarden blijven belast in de vennootschapsbelasting.
Peildatum en waardering
Er komt een fotomoment op 31 december 2025: de waarde van uw effectenportefeuille op dat moment geldt als referentiewaarde voor de toekomstige meerwaardeberekening. Voor niet‑beursgenoteerde aandelen zal de wetgever specifieke waarderingsmethodes voorzien (bv. eigen vermogen + formule met EBITDA, of attest van een bedrijfsrevisor/accountant).
Uitzonderingen: familiebedrijven en aanmerkelijk belang
Een belangrijke uitzondering betreft de overdracht van een familiale onderneming of vennootschap: deze kan onder voorwaarden buiten het toepassingsgebied vallen.
Daarnaast is er een gunstregime voor wie een aanmerkelijk belang bezit (≥ 20% van de aandelen in een vennootschap):
- Vrijstelling van 1.000.000 euro om de vijf jaar.
- Trapsgewijze belasting op het deel boven de 1.000.000 euro:
- 1,25% tussen 1.000.000 euro en 2.500.000 euro;
- 2,5% tussen 2.500.000 euro en 5.000.000 euro;
- 5% tussen 5.000.000 euro en 10.000.000 euro; en
- 10% boven 10.000.000 euro.
Het aanmerkelijk belang wordt per aandeelhouder individueel beoordeeld, zonder rekening te houden met aandelen van familieleden. Het regime geldt ook voor holdings en patrimoniumvennootschappen.
Vrijstellingen en minwaarden
Iedere belastingplichtige krijgt een jaarlijkse vrijstelling van 10.000 euro (verhoogd tot 15.000 euro indien de afgelopen vijf jaar geen meerwaarde werd gerealiseerd).
Er wordt enkel rekening gehouden met de waarde vanaf 1 januari 2026 – er is dus geen retroactieve belasting.
Het is nog onduidelijk hoe verliezen (minwaarden) kunnen worden verrekend en of deze overdraagbaar zijn naar andere jaren; bijkomende regelgeving hieromtrent wordt verwacht.
Wat betekent dit voor u?
Voor particuliere beleggers betekent dit het einde van de “belastingvrije speculatie”:
- Actieve beleggers zullen structureel rekening moeten houden met fiscale druk, ook bij korte termijnwinsten.
- Buy‑&‑hold strategieën worden belast, wat kan leiden tot herschikkingen richting producten die buiten de belasting vallen (pensioenspaarformules, levensverzekeringen…).
- Familiale aandeelhouders en bedrijfsleiders moeten hun planning herzien: verkopen vóór 2026, gespreide verkoop of herstructurering kan interessant zijn.
- De techniek van schenking vóór verkoop blijft voorlopig mogelijk, maar kan in de toekomst worden aangepakt.
Hoe wordt de meerwaarde berekend?
Enkel de waardestijging vanaf 1 januari 2026 wordt belast. Er wordt dus een soort ‘cut-off’ gemaakt op 31 december 2025, waarbij de waarde van de aandelen op dat moment geldt als referentiewaarde (de zgn. historische meerwaarde).
Stel dat uw aandelen op 31 december 2025 een waarde hebben van 300.000 euro, en u verkoopt ze in 2029 voor 1.400.000 euro. De belastbare meerwaarde bedraagt 1.100.000 euro. De eerste 1.000.000 euro is vrijgesteld; op de resterende 100.000 euro betaalt u 1,25%, dus 1.250 euro aan meerwaardebelasting.
Hoe wordt de waarde op 31 december 2025 bepaald?
Voor niet-beursgenoteerde vennootschappen voorzien de ontwerpteksten verschillende mogelijkheden om deze waarde vast te leggen:
- De waarde die gehanteerd werd tussen onafhankelijke partijen, of bij een oprichting of kapitaalverhoging in de loop van 2025;
- De waarde die volgt uit een contract of een verkoopoptie die op 1 januari 2026 van kracht is;
- Een formulebenadering: eigen vermogen + (4 maal EBITDA van het laatste boekjaar vóór 1 januari 2026);
- Een waardering uitgevoerd uiterlijk op 31 december 2026 door een bedrijfsrevisor of een onafhankelijk gecertificeerd accountant (dus niet de eigen huisaccountant).
Aanbeveling: wacht niet tot 2026
De fiscale druk op kapitaalinkomsten stijgt en de nieuwe regels vragen voorbereiding. Wie wacht tot januari 2026, verliest mogelijk optimalisatiemogelijkheden die nu nog bestaan:
Overdracht naar de volgende generatie;
Liquidatie van slapende vennootschappen;
Verkoop aan een holding of spreiding van meerwaarden om vrijstellingen optimaal te benutten;
Documenteer de waarde van uw participaties nu al (vooral bij niet‑beursgenoteerde aandelen) om discussies te vermijden;
…
Conclusie: dit is het moment om uw portefeuille en aandeelhoudersstructuur grondig te herevalueren en tijdig advies in te winnen.
Wenst u begeleiding bij deze herevaluatie? Neem dan gerust contact op met onze expert advocaten vennootschapsrecht. Ook voor al uw andere vragen binnen het vennootschapsrecht kan u bij ons terecht.






