26 augustus 2024
Corporate sustainability due diligence directive: begin van een nieuw tijdperk voor duurzaam ondernemen
De aandacht voor duurzaamheid in het bedrijfsleven is de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen. Er wordt steeds meer benadrukt dat ondernemingen niet alleen verantwoordelijk zijn voor hun eigen activiteiten, maar ook voor de impact die deze activiteiten hebben op mens en milieu.
Om ondernemingen aan te zetten de negatieve effecten op mensenrechten en het milieu te doen voorkomen, beperken dan wel beëindigen is de nieuwe Richtlijn van het Europees Parlement dd. 13 juni 2024 inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid aangenomen. Deze Richtlijn wordt ook wel de ‘Corporate Sustainability Due Diligence Directive’ (‘CSDDD’) genoemd en is sinds 25 juli 2024 van kracht.
Nieuwe standaarden voor sociale en ecologische zorgvuldigheid in het bedrijfsleven
Met de CSDDD zijn voortaan de grootste ondernemingen die actief zijn op de EU-markt verplicht om passende zorgvuldigheid op het gebied van mensenrechten en milieu te integreren in hun beleidslijnen en risicobeheersystemen. De geviseerde ondernemingen moeten binnen hun activiteitenketen de feitelijke en potentiële negatieve effecten op mensenrechten en duurzaamheid identificeren en zoveel mogelijk elimineren.
De CSDDD vereist naast een algemene zorgvuldigheidsplicht (‘due diligence’) ook dat ondernemingen een klimaattransitieplan opstellen. Dit plan moet beschrijven hoe hun beleid en strategie bijdragen aan een duurzame economie.
Voor welke ondernemingen?
De volgende categorieën van ondernemingen zullen moeten voldoen aan de CSDDD:
EU-ondernemingen
a. meer dan 1.000 werknemers en een wereldwijze netto-omzet van meer dan 450 miljoen euro
b. moederonderneming van een groep die op geconsolideerde basis de drempels van categorie a overschrijdt
c. onderneming heeft licentie- of franchiseovereenkomst gesloten of is moederonderneming van een groep die dat heeft gedaan in EU in ruil voor royalties van meer dan 22,5 miljoen euro en heeft een wereldwijze netto-omzet van meer dan 80 miljoen euro
Ondernemingen uit derde landen
a. een wereldwijze omzet van meer dan 450 miljoen euro
b. moederonderneming van een groep die op geconsolideerde basis de drempels van categorie a overschrijdt
c. onderneming heeft licentie- of franchiseovereenkomst gesloten of is moederonderneming van een groep die dat heeft gedaan in EU in ruil voor royalities van meer dan 22,5 miljoen euro en heeft een wereldwijde netto-omzet van meer dan 80 miljoen euro
Moederondernemingen die als hoofdactiviteit hebben het louter aanhouden van aandelen in operationele dochterondernemingen, zonder zich bezig te houden met het nemen van bestuurs-, operationele of financiële beslissingen kunnen worden vrijgesteld van de uitvoering van de richtlijn.
Santies?
Ondernemingen die zich niet aan deze verplichtingen houden, kunnen te maken krijgen met administratieve sancties of burgerrechtelijke aansprakelijkheid.
Inwerkingtreding en omzettingsverplichting
De richtlijn is op 25 juli 2024 in werking getreden doordat ze gepubliceerd is geworden op de website van het publicatieblad van de Europese Unie.
Voor een onderneming met gemiddeld meer dan 5.000 werknemers en een netto-omzet van 1.500 miljoen euro zal de wetgeving die de Richtlijn implementeert van toepassing zijn vanaf 3 jaar na de inwerkingtreding van de Richtlijn. Een onderneming met gemiddeld meer dan 3.000 werknemers en een netto-omzet van 900 miljoen euro krijgt 4 jaar om aan de verplichtingen te voldoen. Voor alle overige ondernemingen die onder de Richtlijn vallen, geldt een periode van 5 jaar om aan de eisen te voldoen.
Heeft u vragen? Neem dan zeker contact op met onze specialisten vennootschapsrecht zodat wij u op maat kunnen adviseren.