12 augustus 2024
Wat met de (elektrische) bedrijfswagen (en bijhorende laadpaal) na een ontslag?
De bedrijfswagen staat in de top drie van meest populaire voordelen van flexibele verloning. Het gamma aan bedrijfswagens wordt bovendien steeds duurzamer. Dit komt natuurlijk omdat vanaf 2026 alle nieuwe bedrijfswagens koolstofemissievrij moeten zijn om nog langer een gunstige (para)fiscale behandeling te kunnen genieten. De toename aan (elektrische) bedrijfswagens zorgt er dan ook voor dat er steeds meer juridische vragen rijzen over het gebruik ervan. Zo is het onder andere vaak onduidelijk wat er met de bedrijfswagen (en zijn toebehoren, denk aan de laadpaal) gebeurt na het ontslag van de werknemer.
Bedrijfswagen in het kader van het ontslag
Wanneer de arbeidsovereenkomst van een werknemer beëindigd wordt, heeft dit grote gevolgen. Zo zal onder meer de werknemer niet langer kunnen genieten van zijn of haar bedrijfswagen. De arbeidsovereenkomstenwet bepaalt immers dat de werknemer verplicht is het hem toevertrouwde arbeidsgereedschap en de ongebruikte grondstoffen in goede staat aan de werkgever terug te geven. De bedrijfswagen kan namelijk beschouwd worden als ‘arbeidsgereedschap’ in het licht van eerdere rechtspraak.
Het feit dat de werknemer niet langer over zijn bedrijfswagen beschikt na zijn ontslag, brengt vaak moeilijkheden met zich mee in de praktijk daar vele werknemers ook in hun privé gebruik mogen maken van de bedrijfswagen. Het is dan ook belangrijk om het gebruik van de bedrijfswagen goed te reguleren in bijvoorbeeld een car policy.
Voortgezet gebruik of onmiddellijke teruggave na ontslag?
In principe mag de werknemer de bedrijfswagen blijven gebruiken, zolang de arbeidsovereenkomst bestaat. Van zodra de arbeidsovereenkomst echter een einde neemt, zal logischerwijze ook het gebruiksrecht over de bedrijfswagen stoppen. Het eigenlijke moment waarop de werknemer de bedrijfswagen moet teruggeven zal afhankelijk zijn van de wijze waarop de arbeidsovereenkomst werd beëindigd.
Indien de arbeidsovereenkomst onmiddellijk beëindigd wordt (bv. wegens een dringende reden, dan wel door middel van verbreking met uitbetaling van een verbrekingsvergoeding), dan zal de werknemer de bedrijfswagen onmiddellijk moeten inleveren. Wanneer de werknemer wel nog een opzeggingstermijn dient te presteren, dan zal hij gedurende die periode ook nog het gebruiksrecht hebben op de bedrijfswagen. De bedrijfswagen maakt immers deel uit van het loon, waardoor de werkgever dit dus ook nog verschuldigd is gedurende de opzeggingstermijn.
Er dient echter wel te worden genuanceerd dat de partijen hierover een grote contractsvrijheid hebben. Zo kunnen partijen onderling overeenkomst om het gebruik van de bedrijfswagen ook na de arbeidsovereenkomst verder te zetten, dan wel de geleasede bedrijfswagen of het leasingcontract over te nemen. Hierbij dient dan wel rekening gehouden te worden met de regels van de eventuele leasemaatschappij, alsook met de fiscale en parafiscale gevolgen van deze tijdelijke verderzetting.
Wat met de geïnstalleerde laadpaal na het ontslag?
Gelet op de vergroening van het wagenpark van bedrijven en dus de toename van de elektrische bedrijfswagens, rijst nog de bijkomende vraag wat er moet gebeuren met de laadpaal die geïnstalleerd werd namens de werkgever bij de werknemer thuis. Hierover zou immers discussie kunnen bestaan.
Allereerst kan gesteld worden dat de laadpaal die aangekocht is door de werkgever, net zoals de bedrijfswagen, gezien kan worden als ‘arbeidsgereedschap’ en aldus teruggegeven dient te worden door de werknemer aan de werkgever.
Doch dient hier voorzichtig mee omgegaan te worden, daar er immers geargumenteerd zou kunnen worden dat deze laadpaal eigendom wordt van de werknemer wanneer dit op zijn eigendom wordt bevestigd. De laadpaal zou dan volgens ‘het recht op natrekking’ eigendom worden van de werknemer, daar dit recht veronderstelt dat de vruchten van roerende goederen, de gebouwen en de bepalingen op onroerende goederen vermoed toe te behoren aan dezelfde eigenaar als van wie de grond is waarop het desbetreffende zaak wordt geïnstalleerd.
Om deze discussie te vermijden is het dan ook erg belangrijk om minstens in uw car policy een contractueel ‘opstalrecht’ te bedingen. Op die manier wordt er namelijk bedongen dat de werkgever het recht heeft om zaken (in casu de laadpaal) aan te brengen op andermans grond. Een dergelijk opstalrecht heeft immers tot gevolg dat de eigendom van de grond afgesplitst wordt van de eigendom van de zaken waarop het opstalrecht betrekking heeft (in casu de laadpaal).
Goede afspraken maken goede vrienden: een goed opgestelde en allesomvattende car policy is dan ook van essentieel belang. Wenst u graag bijstand bij het opstellen van uw car policy? Contacteer dan zeker een van onze specialisten arbeidsrecht zodat wij u op maat kunnen adviseren. Ook voor al uw andere vragen met betrekking tot het arbeidsrecht en het sociaal recht kan u bij ons terecht.