18 augustus 2023

Versnelling procedures m.b.t. hernieuwbare energie

Zouden maatschappelijk belangrijke zaken geen prioritaire behandeling moeten krijgen bij de rechtbanken? Maar wat zijn dan die belangrijke maatschappelijke zaken? En betekent voorrang in procedures voor de ene soort zaken dan niet onvermijdelijk langer wachten in andere procedures?

Nieuwe inzichten bij de wetgever

Aanleiding voor deze vele vragen is het Koninklijk besluit van 21 juli 2023 tot bepaling van de zaken van hoger openbaar belang en de mogelijke organisatorische maatregelen in de zin van artikel 101/1, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. In dit K.B. worden een aantal zaken opgesomd die in de procedures bij de Raad van State prioritair behandeld zouden moeten worden. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan artikel 101/1, tweede lid van de wetten op de Raad van State waarin recent de rechtsgrond werd geboden voor de bepaling van de zaken van hoger openbaar belang. Deze hebben (momenteel) voornamelijk betrekking op zaken die verband houden met hernieuwbare energie. Maar het is natuurlijk niet uitgesloten dat deze nieuwe benadering omtrent zaken ‘van hoger belang’ uitbreiding kent naar andere zaken…

Zaken van hoger openbaar belang

Volgens het K.B. is er sprake van zaken van hoger openbaar belang als het gaat om de volgende zaken die betrekking hebben op de energietransitie of op het gebruik en de inzet van hernieuwbare energiebronnen:

  1. de vergunningen en toelatingen met betrekking tot de installaties die gebruikmaken van hernieuwbare energiebronnen:
    a) onshore of offshore windmolenparken met een energieproductiecapaciteit van 8 megawatt of meer;
    b) gebieden of structuren met fotovoltaïsche zonnepanelen met een energieproductiecapaciteit van 4 megawatt of meer;
    c) eenheden voor de terugwinning van energie uit biomassa met een energieproductiecapaciteit van 4 megawatt of meer;
    d) eenheden voor de terugwinning van geothermische energie met een energieproductiecapaciteit van 4 megawatt of meer;
    e) waterkrachtcentrales met een energieproductiecapaciteit van 4 megawatt of meer;
  2. de vergunningen en toelatingen met betrekking tot de vervoersinstallaties en opslaginstallaties voor aardgas, het waterstofvervoersnet, alsook de waterstofvervoersinstallaties en grote waterstofopslagfaciliteiten;
  3. de vergunningen en toelatingen met betrekking tot de infrastructuurprojecten voor het transmissienet en distributienet en grote energieopslagfaciliteiten, met inbegrip van de aansluitingen daarop;
  4. de vaststelling van plannen overeenkomstig de wet van 13 februari 2006 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma’s in verband met het milieu, met betrekking tot vergunningen en toelatingen bedoeld onder 1°tot 3°.

Prioritaire behandeling

Het K.B. voorziet een aantal organisatorische maatregelen binnen de Raad van State om de behandeling van deze zaken van hoger openbaar belang te versnellen. Zo kan het college van korpschefs van de Raad van State de volgende organisatorische maatregelen nemen:

      1. de prioritaire behandeling van deze zaken;
      2. het herverdelen van zaken binnen de kamers of binnen de afdelingen van het auditoraat;
      3. het versterken van kamers van de afdeling bestuursrechtspraak of afdelingen bestuursrechtspraak van het auditoraat;
      4. het samenstellen van aanvullende kamers voor de behandeling van deze zaken.

De bedoeling is uiteraard om deze zaken sneller te laten behandelen dan de doorlooptijd van beroepen die geen betrekking hebben op zaken van hoger openbaar belang.

Met de wet van 11 juli 2023 werd eerder al de basis gelegd om de doorlooptijd van een gewoon annulatieberoep (zonder procedurele incidenten) voor de “gewone” zaken te beperken tot maximaal 18 maanden (in plaats van ca. 30 maanden of langer vandaag).

De Raad van State zal zich nu zo moeten organiseren dat de doorlooptijd voor een gewoon beroep tot nietigverklaring voor de zaken van hoger algemeen belang nog lager ligt: de doorlooptijd mag namelijk maximaal 15 maanden bedragen.

Procedurele aanpassingen

Een verzoekende partij die een beroep tot nietigverklaring instelt tegen een beslissing die betrekking heeft op een zaak van hoger openbaar belang moet de toepassing van dit koninklijk besluit in het opschrift van het verzoekschrift tot nietigverklaring vermelden.

Een verwerende of een tussenkomende partij die op de hoogte wordt gebracht van een verzoekschrift zonder de voornoemde melding in het opschrift van dit verzoekschrift, brengt de griffie van de Raad van State zo spoedig mogelijk op de hoogte van de toepassing van dit koninklijk besluit.

Er zijn in het K.B. geen sancties voorzien op de miskenning van deze verplichtingen, maar de bedoeling is duidelijk: wie wenst dat de zaken sneller gaan, zal best de Raad er op attenderen dat dit een zaak van hoger openbaar belang betreft die prioritair moet worden behandeld…

Inwerkingtreding

Deze nieuwe regeling treedt in werking op 1 januari 2024. Zij is enkel van toepassing op de beroepen en vorderingen die bij de Raad van State worden ingediend vanaf die datum.

Het K.B. voorziet zelf ook in een einddatum voor de toepassing hiervan. De regeling treedt buiten werking op 1 januari 2030, behalve voor wat betreft de beroepen die werden ingediend voor 1 januari 2030. De regeling blijft van toepassing op alle beroepen die voor die datum zijn ingediend.

Bedenkingen

Niemand zal betwisten dat de energietransitie een belangrijke aangelegenheid is. Maar er zijn uiteraard nog zaken die belangrijk zijn. Daarbij mag niet vergeten worden dat de organisatie van de rechtsbescherming in zijn geheel ontzettend belangrijk is in een rechtsstaat. En dan wringt het wel dat rechtsbescherming in het ene geval sneller te verkrijgen is dan in het andere geval. Recht zou steeds zo spoedig mogelijk moeten kunnen geschieden. Mensen en middelen zijn uiteraard niet eindeloos voorradig en men kan de Raad van State ook niet voorzien van eindeloos veel middelen. Maar als men van oordeel is dat de doorlooptijd bij de Raad te lang is, dan geldt dit voor alle zaken en dan moet men daar structureel iets aan doen. Het uitlichten van enkele zaken die prioritair worden behandeld, betekent a contrario dat andere zaken niet prioritair zullen behandeld worden en dus langer moeten wachten… En dat enkel omdat een uitvoerend orgaan meent dat deze zaken een hoger openbaar belang dienen? Eigenlijk betreft dit een meer fundamentele kwestie die rechtstreekse impact heeft op de geboden rechtsbescherming. De invulling over wat dan als hoger openbaar belang wordt beschouwd overlaten aan de (niet verkozen) uitvoerende macht houdt ernstige risico’s in. Vandaag gaat het over hernieuwbare energieprojecten. En wat is het morgen? En wat met de beslissing over uw (niet-)benoeming/bevordering, over uw tuchtzaak, over de aan u opgelegde herstelbeslissing? A contrario is die niet (of minder) prioritair… Uw advocaat mag dit bij de volgende consultatie alweer uitleggen.

Reiner Tijs

Reiner Tijs is gespecialiseerd in het overheidsrecht en het omgevingsrecht (ruimtelijke ordening, stedenbouw en milieu). Hij kan bogen op ruime expertise, jarenlange ervaring en een breed netwerk. Reiner is authentiek en geloofwaardig. Hij benut de kracht van een sterke juridische argumentatie.