17 juli 2023
Overdracht van contract in het nieuwe verbintenissenrecht
In onze eerdere blogberichten over het nieuwe verbintenissenrecht kon u al kennis maken met een aantal van de belangrijkste nieuwigheden die de wetgever heeft voorzien in Boek 5 van het nieuw Burgerlijk Wetboek. Dit boek trad in werking op 1 januari 2023.
In deze blog behandelen wij het leerstuk van de overdracht van contract (art. 5.193 BW).
Een wettelijke lacune
Het oud Burgerlijk Wetboek kende geen algemene wettelijke regeling omtrent de overdracht van een contract. Nochtans zijn er talrijke wettelijke toepassingen van contractoverdracht, zoals de huuroverdracht, de vervreemding van het verhuurde goed en de overdracht van arbeidsovereenkomsten.
Om deze lacune weg te werken, heeft de wetgever in het nieuw Burgerlijk Wetboek voorzien in een algemene regeling.
Het nieuwe recht
Volkomen contractsoverdracht
Het uitgangspunt is dat een contractsoverdracht meer is dan een optelsom van schulden en schuldvorderingen, maar de onveranderde overgang van de gehele contractuele verhouding. De overnemer treedt dus niet enkel in de rechten en verplichtingen, maar in alle contractuele bevoegdheden e.d.m.
In beginsel is de toestemming van de medecontractant niet vereist voor de contractsoverdracht. Deze toestemming is slechts noodzakelijk om de overdrager te bevrijden. Wil de overdrager dus volledig uit de contractband verdwijnen, dan is de instemming van de medecontractant vereist. In de regel zal een dergelijke contractsoverdracht de vorm aannemen van een driepartijencontract.
In beginsel heeft de overdracht de bevrijding van de oorspronkelijke contractspartij tot gevolg, behoudens voor wat betreft de schulden die opeisbaar waren voorafgaand aan de overdracht. Wat deze en andere gevolgen (tegenwerpelijkheid van excepties, nevenrechten en zekerheidsrechten) betreft, wordt verwezen naar het toepasselijke regime van de overdracht van schuldvordering en van schulden.
Onvolkomen contractsoverdracht
Het is dus ook mogelijk om een contract over te dragen zonder de toestemming van de medecontractant. Zo’n overdracht komt dan neer op een combinatie van een cessie van schuldvordering (artt. 5.174 e.v. BW) en een onvolkomen schuldoverdracht (art. 5.191 BW, waar we het in een eerder blogbericht over hebben gehad).
In dit geval kan enkel de overnemer de rechten uitoefenen die voortvloeien uit die contractuele positie. Die rechten omvatten niet alleen de schuldvorderingen ontstaan uit het contract, maar ook de rechten die verbonden zijn aan de contractuele positie die geen schuldvorderingen uitmaken in de technische zin van dat begrip, zoals het recht om het contract met wederzijdse toestemming op te zeggen, het recht om het te ontbinden in geval van niet-nakoming door de medecontractant, etc.
Niettemin, wegens het ontbreken van de toestemming van de medecontractant met betrekking tot de overdracht, blijft de overdrager samen met de overnemer hoofdelijk gehouden voor de gevolgen van de uitoefening van die rechten. Zo zijn, bijvoorbeeld, de overdrager en de overnemer hoofdelijk gehouden tot restitutie in geval van ontbinding wegens niet-nakoming.
Geen afbreuk aan bestaande regelingen
De nieuwe algemene regeling in art. 5.193 BW doet geen afbreuk aan afwijkende wettelijke regelingen, zoals in de hierboven vermelde wettelijke toepassingen van contractsoverdracht.
Bovendien is de algemene regeling van aanvullend recht, zodat partijen anders kunnen overeenkomen.
Heeft u nog vragen over deze nieuwe wetgeving? Neem dan zeker contact op met onze specialisten verbintenissenrecht zodat wij u op maat kunnen adviseren.