5 juni 2023

Overdracht van schuld in het nieuwe verbintenissenrecht

In onze eerdere blogberichten over het nieuwe verbintenissenrecht kon u al kennis maken met een aantal van de belangrijkste nieuwigheden die de wetgever heeft voorzien in Boek 5 van het nieuw Burgerlijk Wetboek. Dit boek trad in werking op 1 januari 2023.

In deze blog behandelen wij het leerstuk van de overdracht van schuld (art. 5.187 e.v. BW).

De controverse van de schuldoverdracht

In het oud Burgerlijk Wetboek werd de schuldoverdracht, in tegenstelling tot de overdracht van schuldvordering, niet geregeld. Deze lacune was ingegeven door de angst dat de schuldenaar zich van zijn schulden zou ontdoen en de schuldeiser zou opzadelen met een minder solvabele debiteur.

Hoewel het in de praktijk vaak voorkwam dat een schuldeiser instemde met de overdracht van de schuld van zijn schuldenaar aan een derde (de schuldovernemer), aanvaardde het Hof van Cassatie zulke ‘voltooide schuldoverdracht’ niet. Volgens het Hof was er in dergelijk geval sprake van een schuldvernieuwing.

Deze rechtspraak werd stevig op de korrel genomen door de rechtsleer en werd ook niet gevolgd door de lagere rechtspraak, reden waarom de wetgever in een algemene regeling heeft voorzien.

Het nieuwe recht

De toestemming van de schuldeiser

Onder het nieuwe verbintenissenrecht, kan een schuld met toestemming van de schuldeiser aan een derde worden overgedragen. De schuldeiser kan hiervoor zelfs vooraf toestemming geven, in welk geval de schuldoverdracht pas uitwerking heeft na kennisgeving of erkenning van het contract gesloten tussen overdrager en overnemer.

Gevolgen voor de oorspronkelijke schuldenaar

Als uitgangspunt heeft de schuldoverdracht met toestemming van de schuldeiser tot gevolg dat de oorspronkelijke schuldenaar bevrijd wordt van zijn verbintenissen t.a.v. de schuldeiser, tenzij partijen anders overeenkomen. Deze bevrijding werkt in beginsel enkel voor de toekomst. Voor de schulden die opeisbaar waren voorafgaand aan de overdracht, blijft enkel de overdragende schuldenaar gehouden, tenzij anders werd overeengekomen.

Daarnaast heeft de bevrijding van de oorspronkelijke schuldenaar ook het tenietgaan van de persoonlijke en zakelijke zekerheden tot gevolg, behoudens anders overeengekomen met de zekerheidsteller.

Partijen genieten op het vlak van de bevrijding van de oorspronkelijke schuldenaar dus een grote contractvrijheid.

Excepties volgen de schuld

Het nieuwe Burgerlijk Wetboek bepaalt voorts dat de schuldovernemer tegen de schuldeiser een beroep kan doen op alle excepties waarover de overdrager beschikte krachtens de overgedragen schuld. Overdrager en overnemer van de schuld kunnen ook hun persoonlijke excepties (i.e. de excepties ontleend aan hun eigen verhouding tot de schuldeiser, zoals een respijttermijn of de onbekwaamheid) opwerpen.

Wat als de schuldeiser zijn toestemming niet geeft?

Wanneer de overnemer van de schuld de bedoeling heeft zich te verbinden t.a.v. de schuldeiser, maar de schuldeiser heeft zijn toestemming voor de schuldoverdracht niet gegeven, dan spreekt men van onvolkomen schuldoverdracht. In dat geval zijn de oorspronkelijke schuldenaar en de overnemer van de schuld hoofdelijk gehouden tot betaling van de schuld.

Wanneer de schuldovernemer niet de bedoeling heeft zich tegenover de schuldeiser te verbinden, is er sprake van een interne schuldovername. Zulke schuldovername heeft slechts uitwerking tussen de oorspronkelijke schuldenaar en de schuldovernemer.

Heeft u nog vragen over deze nieuwe wetgeving? Neem dan zeker contact op met onze specialisten verbintenissenrecht zodat wij u op maat kunnen adviseren.

Contacteer een specialist verbintenissenrecht

Ilse De Geyter

Ilse De Geyter is in de expertise bouw- en vastgoedrecht actief in bouwgeschillen en huur verhuur van onroerend goed. Haar directe communicatie, daadkracht en persoonlijke ervaring in eigen bouwprojecten komen van pas bij (zowel minnelijke als gerechtelijke) expertises en de opvolging van bouwgeschillen. Zij staat verschillende cliënten bij in de huur verhuur van vastgoed. In de expertise ondernemingsrecht is zij actief in contractenrecht, commerciële geschillen, tuchtrecht en incasso.

Zij is proactief, direct, resultaatgericht en nabij in de uitvoering.