19 april 2021
Uw oprit verhard, wat nu?
Het bestuur van de stad Lier stelde recent vast dat heel wat inwoners een bijkomende parkeerplaats voor hun woning hebben aangelegd, onder andere door het plaatsen van tegels of grind. Volgens het stadsbestuur zijn deze parkeerplaatsen onwettig, omdat ze negatieve gevolgen zouden hebben voor het milieu en publieke parkeerplaatsen zouden ontnemen. Ook in andere steden en gemeenten bestaat deze problematiek. In Lier werd in het handhavingsprogramma hiervan een prioriteit gemaakt. In Antwerpen liet de betrokken schepen dan weer weten om alleszins geen heksenjacht te openen.
Maar wat zegt de regelgeving inzake ruimtelijke ordening hierover? We zetten de principes nog eens op een rijtje.
Vergunningsplicht of vergunningsvrijstelling?
Principe: vergunningsplichtige handelingen
In ons blogbericht van 29 mei 2020 zetten wij reeds uiteen dat de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (of kortweg “VCRO”) in artikel 4.2.1 bepaalt welke handelingen vergunningsplichtig zijn. Het gaat hier bijvoorbeeld over het optrekken of het plaatsen van een constructie, het gewoonlijk gebruiken, aanleggen of inrichten van een grond, het wijzigen van de hoofdfunctie van een onroerend goed, het opsplitsen van een woning, enzovoort.
Vooraleer voormelde handelingen te kunnen uitvoeren, dient in principe dan ook een omgevingsvergunning aangevraagd te worden bij de bevoegde vergunningverlenende overheid, meestal het college van burgemeester en schepenen.
Uitzondering: vergunningsvrijstelling
Voor een aantal van deze principieel vergunningsplichtige werken is evenwel bepaald dat zij van de vergunningsplicht vrijgesteld zijn. In het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 tot bepaling van de stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is (afgekort “Vrijstellingsbesluit”), worden er verschillende handelingen expliciet uitgesloten van deze vergunningsplicht.
Is een parkeerplaats vergunningsplichtig?
De vraag is nu of de aanleg van een parkeerplaats vergunningsplichtig is, dan wel vrijgesteld is van vergunning.
Artikel 4.2.1 VCRO bepaalt dat het optrekken of het plaatsen van een constructie vergunningsplichtig is. Het is dan ook belangrijk om na te gaan wat een constructie juist is en of een parkeerplaats onder dit begrip valt. Het antwoord op deze vraag is terug te vinden in artikel 4.1.1, 3° VCRO, dat bepaalt dat een verharding onder het begrip constructie valt. De Raad voor Vergunningsbetwistingen heeft dan ook vastgesteld dat het aanbrengen van verhardingen, zoals opritten, onmiskenbaar onder de definitie van het bouwen of plaatsen van een constructie valt.
Daarnaast bepaalt artikel 4.2.1, 5°, b) VCRO dat niemand zonder voorafgaande vergunning een grond gewoonlijk mag gebruiken, aanleggen of inrichten voor het parkeren van voertuigen, wagens of aanhangwagens.
Uit artikel 4.2.1, 1° VCRO en artikel 4.2.1, 5°, b) VCRO, waaruit volgt dat niemand zonder vergunning een verharding mag optrekken of plaatsen én uit artikel 4.2.1, 5°, b) VCRO, dat een vergunningsplicht oplegt voor het aanleggen of inrichten van een parking, kan worden afgeleid dat de aanleg van parkings wel degelijk vergunningsplichtig is.
De vraag is nu of er van deze principiële vergunningsplicht zou kunnen worden afgeweken op basis van het Vrijstellingsbesluit. Daar het Vrijstellingsbesluit niet in een vrijstelling voor parkeerplaatsen voorziet, is dit in principe niet mogelijk. Er wordt wel voorzien in een vrijstelling voor strikt noodzakelijke toegangen of opritten naar gebouwen. Voor de oprichting van zulke toegangen is bijgevolg geen voorafgaande vergunning noodzakelijk, maar een parkeerplaats wordt doorgaans niet beschouwd als strikt noodzakelijk.
Voor de aanleg van een parkeerplaats in de voortuin dient aldus een omgevingsvergunningsaanvraag te worden ingediend.
Wat nu?
Handhaving
Uit het voorgaande blijkt dan ook dat de kwestieuze parkeerplaatsen in Lier wel degelijk aan de vergunningsplicht onderworpen waren. Een overtreding hiervan kan bijgevolg gesanctioneerd worden. Het uitvoeren van een vergunningsplichtige handeling zonder voorafgaande vergunning is immers een stedenbouwkundig misdrijf, waarvoor een proces-verbaal kan worden opgesteld of dat bestuurlijk gehandhaafd kan worden.
Het stadsbestuur kan er ook voor opteren om eerst een schriftelijke aanmaning te sturen om de schending te laten beëindigen. Zo heeft het stadsbestuur in Lier een dertigtal gezinnen aangemaand om de verharde parkeerplaatsen in hun voortuinen te verwijderen en de voortuin derhalve te ontharden. Naar verluidt hebben de betrokkenen om een gesprek verzocht met het stadsbestuur. Gelet op het voorgaande wordt het evenwel afwachten wat uit dit gesprek zal voortkomen.
Regularisatie
In elk geval zouden de betrokkenen ervoor kunnen opteren om een regularisatievergunning aan te vragen. Een regularisatievergunning is een vergunning die kan worden afgeleverd voor vergunningsplichtige handelingen die reeds zonder vergunning werden uitgevoerd. Het betreft bijgevolg een aanvraag om de onwettige situatie recht te zetten door alsnog een vergunning te bekomen.
Minnelijke schikking
Eventueel zou ook een minnelijke schikking nagestreefd kunnen worden. Hierover vindt u meer informatie op ons blogbericht van 24 september 2020 in verband met de aanvraagprocedure voor een minnelijke schikking.
Verjaring
In bepaalde gevallen kan de overtreding ondertussen ook reeds verjaard zijn. In dat geval kan geen (publieke) herstelmaatregel meer worden bevolen.
Heeft u vragen over de parkeerplaats in uw voortuin? Neem dan zeker contact op met onze specialisten overheids- en omgevingsrecht zodat wij u op maat kunnen adviseren.
Amber Simons & Reiner Tijs