3 februari 2023

Nietigheid in het nieuwe verbintenissenrecht

In onze eerdere blogberichten over het nieuwe verbintenissenrecht kon u al kennis maken met een aantal van de belangrijkste nieuwigheden die de wetgever heeft voorzien in Boek 5 van het nieuw Burgerlijk Wetboek. Dit boek trad in werking op 1 januari 2023.

In deze blog behandelen wij het leerstuk van de nietigheid (artikel 5.57 en artikel 5.63 BW).

Nietigheid: begrip en context

Wat houdt de nietigheidssanctie in?

Opdat een overeenkomst rechtsgeldig tot stand kan komen, moeten enkele geldigheidsvereisten worden vervuld. Indien niet wordt voldaan aan die vereisten is het contract nietig (artikel 5.57, eerste lid BW). Ook wanneer bepaalde vormvereisten niet worden nageleefd, kan dit in sommige gevallen met nietigheid worden gesanctioneerd.

De nietigheid heeft terugwerkende kracht, wat betekent dat de overeenkomst wordt geacht nooit te hebben bestaan. Door de nietigheid worden beide partijen dan ook teruggeplaatst in de rechtstoestand voor de sluiting van de overeenkomst. Dit impliceert voor partijen een restitutieverplichting: zij moeten in beginsel alles teruggeven wat ze in het kader van de overeenkomst hebben ontvangen. De gevolgen van de nietigheid zijn dus erg verregaand.

Pleidooi voor beperking nietigheid

Gelet op die verregaande gevolgen, pleiten de rechtspraak en rechtsleer al geruime tijd om de nietigheidssanctie meer in concreto te gaan beoordelen. Men stelt dat de nietigheidssanctie moet worden toegepast in functie van de geschonden norm en niet verder mag gaan dan noodzakelijk is. Op die manier krijgt de nietigheidsleer een meer flexibele invulling.

De tendens om de nietigheidssanctie op een meer genuanceerde manier toe te passen, heeft ook zijn weg gevonden in het nieuwe boek 5 Burgerlijk Wetboek.

Beperking van de nietigheidssanctie in boek 5 BW

Nietigheidssanctie in functie van normdoel

De wetgever meent vooreerst dat de nietigheid, net als elke andere sanctie, steeds in verhouding moet staan tot het beoogde doel. De nietigheidssanctie moet met name kunnen bijdragen tot het verzekeren van de naleving van de geschonden norm.

Wanneer de toepassing van de nietigheid kennelijk indruist tegen het doel van de geschonden norm, kan zij daarom onder het nieuwe recht opzij worden geschoven (artikel 5.57, tweede lid BW).

Het is echter onvoldoende dat andere sancties dan de nietigheid in een concreet geval meer geschikt zouden zijn om zich op voornoemde bepaling te kunnen beroepen. Vereist wordt dat de nietigheid in casu kennelijk ongeschikt is. Uit de bewoording ‘kennelijk’ kan worden afgeleid dat de wetgever hiermee uitzonderlijke situaties beoogt.

Wanneer wordt geoordeeld dat de nietigheidssanctie kennelijk ongeschikt is, blijft de met nietigheid behepte rechtshandeling bestaan. De wetgever kan weliswaar beslissen om de nietigheid te vervangen door een andere, meer geschikte sanctie. Hierbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan de niet-tegenwerpelijkheid in geval van een Pauliaanse vordering, de schadevergoeding in geval van incidenteel bedrog of de matiging van de verbintenis in geval van een kennelijk onredelijk schadebeding. Meer zelfs, uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de rechter ervoor kan opteren om geen enkele sanctie toe te passen.

Gedeeltelijke nietigheid

De flexibele toepassing van de nietigheidssanctie komt nog op een andere manier tot uitdrukking in boek 5 BW. Immers krijgt de rechtsfiguur van de gedeeltelijke nietigheid een wettelijke grondslag in artikel 5.63 BW.

De bepaling vormt een verankering van de vaste rechtspraak van het Hof van Cassatie, die stelt dat nietigheid ook partieel kan werken. Het Hof aanvaardde reeds dat de nietigheid niet noodzakelijk de volledige overeenkomst dient te treffen. Indien de nietigheidsgrond dus slechts betrekking heeft op een gedeelte van de overeenkomst, kan de nietigheidverklaring zich tot dat gedeelte beperken. De cassatierechtspraak met betrekking tot gedeeltelijke nietigheid wordt nu dus wettelijk verankerd.

Weliswaar gelden enkele voorwaarden om de gedeeltelijke nietigheid te kunnen toepassen. Zo moet het contract deelbaar zijn (rekening houdend met de bedoeling van partijen). De nietigverklaring kan zich dan beperken tot bepaalde bedingen van de overeenkomst of zelfs tot bepaalde delen van een beding (materiële deelbaarheid). De deelbaarheid van de overeenkomst kan ook personeel van aard zijn. Bij een meerpartijenovereenkomst kan de nietigheid zich namelijk beperken tot de rechtsverhoudingen tussen bepaalde partijen.

Om toepassing te kunnen maken van de gedeeltelijke nietigheid moet bovendien rekening worden gehouden met het doel van de geschonden regel. De overtuiging dat elke sanctie moet worden afgewogen in het licht van de doelstelling van de geschonden norm geldt immers ook voor de gedeeltelijke nietigheid. Wanneer nietigverklaring van de volledige overeenkomst disproportioneel nadelige gevolgen teweeg zou brengen gelet op de doelstelling van de geschonden norm, kan een gedeeltelijke nietigverklaring toepassing vinden.

Het voor niet-geschreven gehouden beding

Ten slotte verduidelijkt artikel 5.63, tweede lid (nieuw) BW dat ook een door de wet voor niet-geschreven gehouden beding een nietigverklaring vereist. Dergelijk beding is dus niet van rechtswege nietig.

Hiermee heeft de wetgever willen aangeven dat dit soort bedingen eveneens onderworpen is aan het gemeenrechtelijke regime van nietigheden. Onder meer gelet op het feit dat het nieuw burgerlijk wetboek thans voorziet in de mogelijkheid tot buitengerechtelijke nietigverklaring, achtte de wetgever het niet wenselijk om in een autonoom regime te voorzien voor deze bedingen.

Conclusie

Het nieuwe verbintenissenrecht voert diverse beperkingen door wat betreft de nietigheidssanctie. Met deze beperkingen wordt aansluiting gezocht bij de bestaande rechtspraak en rechtsleer, die al langer ijverden om de nietigheid flexibeler in te vullen.

Net als voor elke andere sanctie wil men dat de nietigheid voortaan op maat wordt toegepast, in het licht van de doelstelling van de norm.

Daarnaast verankert boek 5 Burgerlijk Wetboek de mogelijkheid om een gedeeltelijke nietigheid toe te passen.

Indien het opleggen van de nietigheidssanctie drastische gevolgen zou hebben die ingaan tegen de bedoeling van de wetgever, moet die sanctie zelfs volledig buiten toepassing worden gelaten.
Heeft u nog vragen over deze nieuwe wetgeving? Neem dan zeker contact op met onze specialisten verbintenissenrecht zodat wij u op maat kunnen adviseren.

Robin Madereel, Geert de Hoon en Ilse De Geyter

Ilse De Geyter

Ilse De Geyter is in de expertise bouw- en vastgoedrecht actief in bouwgeschillen en huur verhuur van onroerend goed. Haar directe communicatie, daadkracht en persoonlijke ervaring in eigen bouwprojecten komen van pas bij (zowel minnelijke als gerechtelijke) expertises en de opvolging van bouwgeschillen. Zij staat verschillende cliënten bij in de huur verhuur van vastgoed. In de expertise ondernemingsrecht is zij actief in contractenrecht, commerciële geschillen, tuchtrecht en incasso.

Zij is proactief, direct, resultaatgericht en nabij in de uitvoering.

Ilse De Geyter - Advocaat bouwrecht en vastgoedrecht

Jana Kern

Zij staat vooral de ondernemer, maar ook de werknemer bij in binnen- en buitenland, en dit in 6 talen. Deze meertalige ondersteuning zorgt ervoor dat internationale ondernemingen op maat worden geholpen in hun eigen taal.

Zij is energiek, perfectionistisch en gedreven om ieder project tot een goed einde te brengen.

Jana Kern - Advocaat Social recht en arbeidsrecht

Frederic Rosiers

Frederic Rosiers is actief in de praktijkgebieden “vennootschaps- en ondernemingsrecht” en “bouw, vastgoed en projectontwikkeling”. Hij behandelt dossiers inzake aandeelhoudersgeschillen, aandelentransacties, distributierecht en vastgoedtransacties, met inbegrip van erfpacht- vruchtgebruik- en opstalconstructies. Door zijn ervaring en pragmatische aanpak vertalen de contracten het bereikte commerciële evenwicht en anticiperen zij op mogelijke geschillen. Als opgeleid bemiddelaar worden geschillen indien mogelijk buiten de rechtbank om geregeld.

Frederic Rosiers - Advocaat bouwrecht en vastgoedrecht - ondernemingsrecht en vennootschapsrecht

Reiner Tijs

Reiner Tijs is gespecialiseerd in het overheidsrecht en het omgevingsrecht (ruimtelijke ordening, stedenbouw en milieu). Hij kan bogen op ruime expertise, jarenlange ervaring en een breed netwerk.

Reiner Tijs - Advocaat overheidsrecht en omgevingsrecht

Frédéric Dupon

Hij behandelt vooral dossiers die verband houden met het verbintenissenrecht, het bouwrecht en het handels- en economisch recht in ruime zin, met inbegrip van het zeerecht.

Frédéric Dupon - Advocaat bouwrecht, vastgoedrecht en ondernemingsrecht

Sidney Van Wellen

Sidney Van Wellen studeerde in 2013 af als Master in de Rechten aan de Universiteit te Antwerpen en is sindsdien advocaat aan de Antwerpse Balie. Hij is advocaat bij Forum Advocaten sedert september 2018.

Hij is pragmatisch en betrokken om zo het best mogelijke resultaat te bereiken.

Sidney Van Wellen - Advocaat bouwrecht, vastgoedrecht en ondernemingsrecht

Joram Maes

Joram Maes studeerde in 2015 af aan de Universiteit te Antwerpen als Master in de rechten en begon zijn carrière als advocaat in januari 2016 bij Forum Advocaten.

Hij is enthousiast, creatief en openhartig, eigenschappen die hij ook overbrengt in de behandeling van dossiers.

Joram Maes - Advocaat bouwrecht, overheidsrecht en omgevingsrecht

Annelies Janssen

Annelies Janssen behaalde in 2016 de titel van Master in de rechten aan de Universiteit van Antwerpen na in 2015 een Erasmus programma te hebben gevolgd in Zweden (Uppsala University).

Zij is optimistisch, warmhartig en oprecht.

Annelies Janssen - Advocaat bouwrecht en vastgoedrecht

Maxime Jeanray

Maxime behaalde in 2016 de titel van Master in de rechten aan de Universiteit van Antwerpen.

Hij is flexibel, positief en zet zijn schouders vol engagement onder verschillende projecten.

Maxime Jeanray - Advocaat Arbeidsrecht en sociaal recht

Inge van den Dorpel

Inge studeerde, na een eerdere opleiding aan het Koninklijk Muziekconservatorium te Brussel en een opleiding vertaler aan de Universiteit van Antwerpen, in 2016 af aan de Vrije Universiteit Brussel als Master in de rechten en begon haar carrière als advocaat in juni 2016 aan de balie Brussel.

Inge van den Dorpel - Advocaat Bouwrecht, omgevingsrecht en overheidsrecht

Maarten Verboven

Maarten is in 2017 afgestudeerd als Master in de rechten aan de Universiteit te Antwerpen na tevens een opleiding Rechtspraktijk aan de Karel de Grote Hogeschool te Antwerpen te hebben voltooid.

Hij is sociaal, gedreven en volhardend.

Maarten Verboven - Advocaat vastgoedrecht en ondernemingsrecht

Geert de Hoon

Geert is advocaat bij Forum Advocaten sinds oktober 2019 en legt zich binnen het kantoor hoofdzakelijk toe op bijstand aan KMO’s en vrije beroepen in het burgerlijk recht en het ondernemingsrecht. Hij staat cliënten bij tijdens de opmaak van contracten, onderhandelingen en adviesverlening alsook tijdens het voeren van procedures voor de burgerlijke hoven en rechtbanken. Verder staat hij cliënten graag bij in dossiers inzake het onderwijsrecht.

Geert de Hoon - Advocaat bouwrecht en ondernemingsrecht

Roxanne Verelst

Roxanne behandelt binnen het kantoor hoofdzakelijk dossiers met betrekking tot de bijstand van KMO’s, particulieren en vrije beroepen in burgerlijke en handelszaken, alsook zaken binnen het vennootschapsrecht en het vastgoedrecht.

Roxanne Verelst - Advocaat ondernemingsrecht en vennootschapsrecht

Justine Heureux

Justine behaalde in 2020 de titel van Master in de rechten aan de Universiteit van Antwerpen en in 2021 de titel van Master in het vennootschapsrecht aan de Katholieke Universiteit van Leuven.

Justine is oprecht, warmhartig en enthousiast. Zij behandelt uw dossier met veel zorg.

Justine Heureux - Advocaat vennootschapsrecht

Inne Royackers

Inne Royackers behaalde in juni 2022 met onderscheiding de titel van Master in de Rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven, waarbij ze zich specialiseerde in het privaat- en strafrecht. Gedurende haar opleiding studeerde ze een half jaar aan l’Université Jean Moulin III te Lyon (Frankrijk). Haar masterscriptie schreef ze onder het promotorschap van prof. dr. B. Tilleman over de aansprakelijkheid van bouwactoren in een bouwteam.

Sinds september 2022 is Inne ingeschreven als advocaat aan de Antwerpse balie. Bij Forum Advocaten legt ze zich vooral toe op bouw- en vastgoedrecht.

Inne Royackers - Advocaat bouwrecht, vastgoedrecht en ondernemingsrecht

Jill Naets

Inne Royackers behaalde in juni 2022 met onderscheiding de titel van Master in de Rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven, waarbij ze zich specialiseerde in het privaat- en strafrecht. Gedurende haar opleiding studeerde ze een half jaar aan l’Université Jean Moulin III te Lyon (Frankrijk). Haar masterscriptie schreef ze onder het promotorschap van prof. dr. B. Tilleman over de aansprakelijkheid van bouwactoren in een bouwteam.

Sinds september 2022 is Inne ingeschreven als advocaat aan de Antwerpse balie. Bij Forum Advocaten legt ze zich vooral toe op bouw- en vastgoedrecht.

Jill Naets - Advocaat arbeidsrecht en sociaal recht

Yani Brems

Yani Brems behaalde in 2023 de titel van Master in de rechten aan de Universiteit van Antwerpen. Zij is advocaat bij Forum advocaten sinds mei 2024 en behandelt binnen het kantoor vooral dossiers inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw.

Yani Brems - Advocaat bouwrecht en omgevingsrecht