Door:

17 mei 2022

Categorieën: Sociaal recht

Omzetting van de Europese richtlijn betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden

Ter uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten, werd de Europese richtlijn (EU) 2019/1152 betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in de Europese Unie in het leven geroepen. Deze richtlijn heeft tot doel om de arbeidsvoorwaarden te verbeteren door meer transparante en beter voorspelbare werkgelegenheid te bevorderen en tegelijkertijd te zorgen voor flexibiliteit op de arbeidsmarkt. België heeft tot 1 augustus 2022 de tijd om deze richtlijn om te zetten in het Belgisch recht.

Op 6 mei 2022 heeft de Ministerraad dan ook de eerste stappen daartoe gezet en een voorontwerp van wet goedgekeurd dat voornoemde richtlijn gedeeltelijk omzet in het Belgisch recht. 

Wat volgt is een uiteenzetting van welke concrete gevolgen de Europese richtlijn en het Belgisch wetsontwerp met zich meebrengen voor Belgische werkgevers en werknemers.

 

Welke veranderingen brengt de Europese richtlijn met zich mee en op wie is dit van toepassing?

De Europese Richtlijn is van toepassing op alle werknemers die in een lidstaat van de Europese Unie werken, ongeacht hun tewerkstellingsvorm.

De rechten die voortvloeien uit de Europese richtlijn komen tot uiting in de volgende drie luiken:

  • De verplichting voor de werkgever om bepaalde informatie te verstrekken aan werknemers
  • Minimumvereisten inzake de arbeidsvoorwaarden
  • Bescherming tegen represailles en ontslag

Verplichting om bepaalde informatie te verstrekken

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de werkgevers worden verplicht hun werknemers informatie te bieden over de belangrijkste aspecten van de arbeidsrelatie.

Welke informatie?

Artikel 4 van de Europese Richtlijn geeft een niet-exhaustieve lijst van welke zaken worden geacht de ‘belangrijkste aspecten van de arbeidsrelatie’ te zijn:

  • de duur en de voorwaarden van de proefperiode;
  • de identiteit van de gebruiker in het kader van uitzendarbeid, van zodra dit bekend is;
  • het eventuele recht op opleiding ten laste van de werkgever;
  • de volledige procedure in geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst;
  • de identiteit van de sociale zekerheidsorganen die de sociale zekerheidsbijdragen innen;
  • specifieke informatie aan werknemers die volgens variabele werkroosters werken.

Wanneer moet deze informatie worden verstrekt?

De Europese Richtlijn voorziet kortere termijnen waarbinnen de genoemde informatie dient te worden verstrekt dan de vorige Europese richtlijn betreffende deze informatieplicht (Richtlijn 91/533/EEG van de Raad van 14 oktober 1991 betreffende de verplichting van de werkgever de werknemer te informeren over de voorwaarden die op zijn arbeidsovereenkomst of -verhouding van toepassing zijn).

De huidige Europese richtlijn bepaalt dat de basisinformatie (identiteit van de partijen, arbeidsplaats, begin-en einddatum van de tewerkstelling, verloning en werktijden) tijdens de eerste werkweek individueel aan de werknemers moet worden meegedeeld. De overige informatie moet gedurende de eerste maand van tewerkstelling aan de werknemers worden verstrekt. De vorige richtlijn bepaalde een termijn van uiterlijk twee maanden na het begin van het werk van de werknemer om voornoemde informatie te verstrekken. 

Op welke manier moet deze informatie worden verstrekt?

Overeenkomstig artikel 3 van de Europese Richtlijn verstrekt de werkgever elke werknemer schriftelijk de vereiste informatie. De informatie kan op papier worden verstrekt en overgedragen of in elektronische vorm mits de informatie toegankelijk is voor de werknemer en kan worden opgeslagen en afgedrukt en mits de werkgever een bewijs van overdracht of ontvangst bewaart.

Aanvullende informatie voor naar een andere lidstaat of een derde land gezonden werknemers

Werknemers die moeten werken in een derde land of in een andere lidstaat dan de lidstaat waar zij gewoonlijk werken, moeten voor hun vertrek de documenten waarin de informatie wordt verstrekt ontvangen. Daarenboven moeten deze documenten ten minste een aantal aanvullende gegevens bevatten die worden opgesomd in artikel 7 van de Europese Richtlijn.

Deze materie wordt in België geregeld in artikel 20bis van de Arbeidsovereenkomstenwet, dat naar de toekomst toe wellicht zal moeten worden aangescherpt teneinde te voldoen aan de verplichtingen opgelegd door de Europese Richtlijn.

Minimumvereisten inzake de arbeidsvoorwaarden

De Europese richtlijn voorziet tevens een aantal minimumvereisten inzake de arbeidsvoorwaarden.

Maximale duur van de proeftijd
Indien voor de arbeidsrelatie een proeftijd geldt krachtens het nationale recht of praktijk, mag deze periode maximaal zes maanden bedragen. In het Belgische arbeidsrecht is de proeftijd sinds 1 januari 2014 afgeschaft, al zijn uitzonderingen nog wel mogelijk.

Meerdere banen
De werkgever mag de werknemer niet verbieden om, buiten het werkrooster bij die werkgever, voor andere werkgevers te gaan werken en mag de werknemer daarvoor geen nadelige behandeling doen ondergaan.

Minimale voorspelbaarheid van het werk
Wanneer het werkpatroon van een werknemer geheel of grotendeels onvoorspelbaar is, kan de werknemer niet door de werkgever worden verplicht te werken, tenzij (1) het werk wordt verricht binnen de vooraf bepaalde referentiedagen en -uren en (2) de werknemer vooraf door zijn werkgever in kennis wordt gesteld van een werkopdracht binnen een redelijke termijn voor kennisgeving die is vastgesteld overeenkomstig het nationale recht, de nationale praktijk of collectieve overeenkomsten. Indien niet is voldaan aan voornoemde voorwaarden, mag de werknemer de werkopdracht weigeren zonder nadelige gevolgen.

Aanvullende maatregelen voor oproepovereenkomsten
In België bestaat als zodanig geen regeling betreffende oproepovereenkomsten. Voor lidstaten waarin dit wel het geval is, voorziet de Europese Richtlijn bijzondere maatregelen om misbruik te voorkomen.

Overgang naar een andere vorm van werk
Een werknemer met ten minste zes maanden anciënniteit bij dezelfde werkgever, die zijn proeftijd heeft doorlopen, kan verzoeken om een vorm van werk met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden, indien beschikbaar, en moet een schriftelijk antwoord ontvangen binnen een maand na het verzoek. Deze verplichting heeft onder meer betrekking op arbeidsovereenkomsten van onbepaalde tijd of vaste contracten.

Verplichte opleiding
Wanneer de werkgever verplicht is zijn werknemers een opleiding te verstrekken om het werk waarvoor zij zijn aangeworven uit te voeren, wordt deze opleiding kosteloos aangeboden aan de werknemers, wordt deze opleiding als arbeidstijd beschouwd en vindt de opleiding, indien mogelijk, plaats tijdens de werkuren.

Bescherming tegen represailles en ontslag

Hoofdstuk IV van de Europese richtlijn schuift enkele horizontale bepalingen naar voren, waaronder de bescherming tegen nadelige behandeling of gevolgen en de ontslagbescherming voor de werknemers die gebruik hebben gemaakt van de rechten vastgesteld in deze richtlijn.

Het Belgische arbeidsrecht kent reeds een ontslagbescherming toe aan bepaalde categorieën van werknemers, waarbij de ontslagvergoeding kan oplopen tot zes maanden brutoloon. De Europese Richtlijn voorziet in eenzelfde soort ontslagvergoeding.

 

Welke veranderingen brengt het voorontwerp van wet – tot omzetting van de Europese richtlijn – met zich mee?

Volgende maatregelen vloeien voort uit het voorontwerp van de wet dat op 6 mei 2022 werd goedgekeurd door de Ministerraad:

  1. Het recht op informatie voor een werknemer in de private en publieke sector over bepaalde essentiële arbeidsvoorwaarden (bv. de functie, het loon, het werkrooster, enz.)
  2. De implementering van enkele nieuwe materiële rechten voor werknemers in de private sector en contractuele personeelsleden in de publieke sector, met name:
    • Aanvullende beperkingen op de nog bestaande proefperiodes in de arbeidsovereenkomsten ter uitvoering van tijdelijke arbeid, uitzendarbeid en voor de tewerkstelling van studenten
    • De onmogelijkheid voor de werkgever om een verbod op te leggen aan de werknemer om tijdens de arbeidsrelatie te werken voor andere werkgevers, behoudens wettelijk voorziene uitzonderingen
    • Het waarborgen van een minimale voorspelbaarheid van werkroosters bij de door de werkgever vastgelegde variabele uurroosters
    • Het recht voor iedere werknemer met ten minste zes maanden anciënniteit om te verzoeken een vorm van werk met meer voorspelbare en zekerdere arbeidsvoorwaarden uit te voeren en een verplichting van de werkgever hier een gemotiveerd schriftelijk antwoord op te geven
    • Een bescherming tegen nadelige behandeling in geval van neerlegging van een klacht tegen de werkgever wegens het niet naleven van de rechten die voortvloeien uit dit wetsontwerp, alsook een ontslagbescherming voor de werknemer die deze rechten uitoefent
  3. De invoering van enkele nieuwe strafsancties in het Sociaal Strafwetboek

 

Wat betekent dit concreet voor u?

Als werkgever is het van belang om de nieuwe wetgeving betreffende de transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in de gaten te houden.

Een van de gevolgen van de omzetting van de Europese Richtlijn zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat werknemers niet langer verplicht kunnen worden om toestemming te vragen alvorens ze een nevenactiviteit uitoefenen. Dergelijke clausule wordt op dit ogenblik immers vaak voorzien in arbeidsovereenkomsten en/of arbeidsreglementen.

Verder wordt vandaag door het Belgische arbeidsrecht louter vereist dat de duur en aanvang van de opzeggingstermijn worden gecommuniceerd, terwijl de Europese richtlijn voorschrijft dat informatie over de volledige procedure betreffende de beëindiging van de arbeidsovereenkomst moet worden verstrekt. Daarenboven moeten ook de relatief korte termijnen waarbinnen deze informatieplicht dient te worden voldaan, in acht worden genomen door de werkgever.

Op dit moment wordt het voorontwerp van wet ter advies voorgelegd aan de Raad van State, alsook aan de Gegevensbeschermingsautoriteit en aan de Adviesraad Sociaal Strafrecht.

De toekomst zal derhalve moeten uitwijzen hoe het wetsontwerp er concreet zal uitzien, terwijl de deadline van 1 augustus 2022 inmiddels nadert. Wij volgen dit uiteraard mee op en houden u op de hoogte.

Heeft u nog verdere vragen over de omzetting van deze richtlijn en arbeidsvoorwaarden? Neem dan zeker contact op met onze specialisten arbeidsrecht mr. Valeria Simonian en mr. Jana Kern zodat wij u op maat kunnen adviseren.

Valeria Simonian en Jana Kern

Ilse De Geyter

Ilse De Geyter is in de expertise bouw- en vastgoedrecht actief in bouwgeschillen en huur verhuur van onroerend goed. Haar directe communicatie, daadkracht en persoonlijke ervaring in eigen bouwprojecten komen van pas bij (zowel minnelijke als gerechtelijke) expertises en de opvolging van bouwgeschillen. Zij staat verschillende cliënten bij in de huur verhuur van vastgoed. In de expertise ondernemingsrecht is zij actief in contractenrecht, commerciële geschillen, tuchtrecht en incasso.

Zij is proactief, direct, resultaatgericht en nabij in de uitvoering.

Ilse De Geyter - Advocaat bouwrecht en vastgoedrecht

Jana Kern

Zij staat vooral de ondernemer, maar ook de werknemer bij in binnen- en buitenland, en dit in 6 talen. Deze meertalige ondersteuning zorgt ervoor dat internationale ondernemingen op maat worden geholpen in hun eigen taal.

Zij is energiek, perfectionistisch en gedreven om ieder project tot een goed einde te brengen.

Jana Kern - Advocaat Social recht en arbeidsrecht

Frederic Rosiers

Frederic Rosiers is actief in de praktijkgebieden “vennootschaps- en ondernemingsrecht” en “bouw, vastgoed en projectontwikkeling”. Hij behandelt dossiers inzake aandeelhoudersgeschillen, aandelentransacties, distributierecht en vastgoedtransacties, met inbegrip van erfpacht- vruchtgebruik- en opstalconstructies. Door zijn ervaring en pragmatische aanpak vertalen de contracten het bereikte commerciële evenwicht en anticiperen zij op mogelijke geschillen. Als opgeleid bemiddelaar worden geschillen indien mogelijk buiten de rechtbank om geregeld.

Frederic Rosiers - Advocaat bouwrecht en vastgoedrecht - ondernemingsrecht en vennootschapsrecht

Reiner Tijs

Reiner Tijs is gespecialiseerd in het overheidsrecht en het omgevingsrecht (ruimtelijke ordening, stedenbouw en milieu). Hij kan bogen op ruime expertise, jarenlange ervaring en een breed netwerk.

Reiner Tijs - Advocaat overheidsrecht en omgevingsrecht

Frédéric Dupon

Hij behandelt vooral dossiers die verband houden met het verbintenissenrecht, het bouwrecht en het handels- en economisch recht in ruime zin, met inbegrip van het zeerecht.

Frédéric Dupon - Advocaat bouwrecht, vastgoedrecht en ondernemingsrecht

Sidney Van Wellen

Sidney Van Wellen studeerde in 2013 af als Master in de Rechten aan de Universiteit te Antwerpen en is sindsdien advocaat aan de Antwerpse Balie. Hij is advocaat bij Forum Advocaten sedert september 2018.

Hij is pragmatisch en betrokken om zo het best mogelijke resultaat te bereiken.

Sidney Van Wellen - Advocaat bouwrecht, vastgoedrecht en ondernemingsrecht

Joram Maes

Joram Maes studeerde in 2015 af aan de Universiteit te Antwerpen als Master in de rechten en begon zijn carrière als advocaat in januari 2016 bij Forum Advocaten.

Hij is enthousiast, creatief en openhartig, eigenschappen die hij ook overbrengt in de behandeling van dossiers.

Joram Maes - Advocaat bouwrecht, overheidsrecht en omgevingsrecht

Annelies Janssen

Annelies Janssen behaalde in 2016 de titel van Master in de rechten aan de Universiteit van Antwerpen na in 2015 een Erasmus programma te hebben gevolgd in Zweden (Uppsala University).

Zij is optimistisch, warmhartig en oprecht.

Annelies Janssen - Advocaat bouwrecht en vastgoedrecht

Maxime Jeanray

Maxime behaalde in 2016 de titel van Master in de rechten aan de Universiteit van Antwerpen.

Hij is flexibel, positief en zet zijn schouders vol engagement onder verschillende projecten.

Maxime Jeanray - Advocaat Arbeidsrecht en sociaal recht

Inge van den Dorpel

Inge studeerde, na een eerdere opleiding aan het Koninklijk Muziekconservatorium te Brussel en een opleiding vertaler aan de Universiteit van Antwerpen, in 2016 af aan de Vrije Universiteit Brussel als Master in de rechten en begon haar carrière als advocaat in juni 2016 aan de balie Brussel.

Inge van den Dorpel - Advocaat Bouwrecht, omgevingsrecht en overheidsrecht

Maarten Verboven

Maarten is in 2017 afgestudeerd als Master in de rechten aan de Universiteit te Antwerpen na tevens een opleiding Rechtspraktijk aan de Karel de Grote Hogeschool te Antwerpen te hebben voltooid.

Hij is sociaal, gedreven en volhardend.

Maarten Verboven - Advocaat vastgoedrecht en ondernemingsrecht

Geert de Hoon

Geert is advocaat bij Forum Advocaten sinds oktober 2019 en legt zich binnen het kantoor hoofdzakelijk toe op bijstand aan KMO’s en vrije beroepen in het burgerlijk recht en het ondernemingsrecht. Hij staat cliënten bij tijdens de opmaak van contracten, onderhandelingen en adviesverlening alsook tijdens het voeren van procedures voor de burgerlijke hoven en rechtbanken. Verder staat hij cliënten graag bij in dossiers inzake het onderwijsrecht.

Geert de Hoon - Advocaat bouwrecht en ondernemingsrecht

Roxanne Verelst

Roxanne behandelt binnen het kantoor hoofdzakelijk dossiers met betrekking tot de bijstand van KMO’s, particulieren en vrije beroepen in burgerlijke en handelszaken, alsook zaken binnen het vennootschapsrecht en het vastgoedrecht.

Roxanne Verelst - Advocaat ondernemingsrecht en vennootschapsrecht

Justine Heureux

Justine behaalde in 2020 de titel van Master in de rechten aan de Universiteit van Antwerpen en in 2021 de titel van Master in het vennootschapsrecht aan de Katholieke Universiteit van Leuven.

Justine is oprecht, warmhartig en enthousiast. Zij behandelt uw dossier met veel zorg.

Justine Heureux - Advocaat vennootschapsrecht

Inne Royackers

Inne Royackers behaalde in juni 2022 met onderscheiding de titel van Master in de Rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven, waarbij ze zich specialiseerde in het privaat- en strafrecht. Gedurende haar opleiding studeerde ze een half jaar aan l’Université Jean Moulin III te Lyon (Frankrijk). Haar masterscriptie schreef ze onder het promotorschap van prof. dr. B. Tilleman over de aansprakelijkheid van bouwactoren in een bouwteam.

Sinds september 2022 is Inne ingeschreven als advocaat aan de Antwerpse balie. Bij Forum Advocaten legt ze zich vooral toe op bouw- en vastgoedrecht.

Inne Royackers - Advocaat bouwrecht, vastgoedrecht en ondernemingsrecht

Jill Naets

Inne Royackers behaalde in juni 2022 met onderscheiding de titel van Master in de Rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven, waarbij ze zich specialiseerde in het privaat- en strafrecht. Gedurende haar opleiding studeerde ze een half jaar aan l’Université Jean Moulin III te Lyon (Frankrijk). Haar masterscriptie schreef ze onder het promotorschap van prof. dr. B. Tilleman over de aansprakelijkheid van bouwactoren in een bouwteam.

Sinds september 2022 is Inne ingeschreven als advocaat aan de Antwerpse balie. Bij Forum Advocaten legt ze zich vooral toe op bouw- en vastgoedrecht.

Jill Naets - Advocaat arbeidsrecht en sociaal recht

Yani Brems

Yani Brems behaalde in 2023 de titel van Master in de rechten aan de Universiteit van Antwerpen. Zij is advocaat bij Forum advocaten sinds mei 2024 en behandelt binnen het kantoor vooral dossiers inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw.

Yani Brems - Advocaat bouwrecht en omgevingsrecht