8 mei 2020
COVID-19 en handelshuur: tegemoetkoming van de Vlaamse overheid
Zoals u reeds in één van onze eerdere blogs kon lezen, had de Vlaamse overheid nog geen (steun)maatregelen genomen met betrekking tot huurovereenkomsten en voornamelijk de betaling van de huurprijs.
Derhalve dient, ongeacht een eventuele verplichte sluiting of een aanzienlijke terugval van de omzet, de maandelijkse huur gewoon stipt en volledig doorbetaald te worden, behoudens andersluidende overeenkomst tussen huurder en verhuurder.
Thans komt de Vlaamse overheid hierin eindelijk tegemoet.
Waarom plots toch maatregelen vanwege de Vlaamse overheid?
Hoewel alle winkels op maandag 11 mei na een verplichte sluiting van twee maanden, terug open mogen, geldt dit niet voor alle handelszaken. Zo zullen horecazaken nog verplicht gesloten dienen te blijven terwijl ook voor deze zaken de verplichting tot het betalen van huur blijft lopen.
Zowel huurders als verhuurders en hun respectievelijke organisaties drongen dan ook reeds lange tijd aan op (steun)maatregelen vanwege de Vlaamse overheid in het kader van huurovereenkomsten.
Aangezien enig initiatief uitbleef, namen huurders en verhuurders het heft in eigen handen en werkten zij onderling regelingen uit. Niet in elke huurder-verhuurder relatie kan echter een onderlinge regeling uitgewerkt worden.
Zelfstandigenorganisatie Unizo nam initiatief om een omkadering te schetsen waarin akkoorden tussen huurders en verhuurders mogelijk zijn doch waarbij toch enige tussenkomst van de Vlaamse overheid vereist is.
Unizo stelde dat verhuurders sneller geneigd zullen zijn om regelingen met hun huurder te sluiten indien zij op de één of andere manier een garantie hebben dat zij (minstens een deel) van de huurgelden betaald zullen krijgen.
Welke tegemoetkoming?
De Vlaamse overheid is bereid een toegeving te doen op voorwaarde dat ook de verhuurders een toegeving doen en heeft een kader uitgewerkt waarbij de betaling van de huur met 3 of 4 maanden opgeschort kan worden.
Zo engageert de Vlaamse Overheid zich om (tot maximum 2 maanden) huur voor te schieten aan de hand van een lening bij de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) op voorwaarde dat ook de verhuurder 1 of 2 maanden huur kwijtscheldt.
Indien de verhuurder dus 1 tot 2 maanden huur kwijtscheldt kan de huurder bij PMV een lening aangaan voor de betaling van maximum 2 (andere) maanden huur. Deze lening is evenwel beperkt tot een maximumbedrag van 25.000,00 euro over een periode van 2 jaar en dient terugbetaald te worden binnen maximaal 18 maanden. De terugbetalingen dienen pas opgestart te worden na 6 maanden.
Een lening zou geen lening zijn als hieraan geen intresten gekoppeld zouden worden. De rente bedraagt 2% en is inclusief bankkosten. Banken treden namelijk op als loket om de leningaanvraag te behandelen en de terugbetaling op te volgen.
Niet elke ondernemer kan beroep doen op deze lening doch enkel ondernemers die verplicht werden hun handelszaak te sluiten ten gevolge van de door de overheid genomen maatregelen tegen de verspreiding van het COVID-19 virus. Een bijkomende voorwaarde is nog dat de ondernemer op 15 maart 2020 geen huurachterstallen mag hebben opgebouwd.
Hoewel niet elke ondernemer beroep zal kunnen doen op dit systeem zal het wel voor de hoognodige ademruimte zorgen voor alvast vele handelszaken.
Wenst u graag meer informatie en/of advies over uw handelshuurovereenkomst en de COVID-19 maatregelen, neem dan zeker contact met ons op.
Maarten VERBOVEN & Ilse DE GEYTER