23 maart 2020
Covid-19 (coronavirus): recht op tijdelijke werkloosheid?
Sinds woensdag 19 maart 2020 zijn er in België verregaande maatregelen van kracht om het nieuwe coronavirus in te dijken. Voedingswinkels, apotheken, postkantoren, tankstations en banken blijven open, maar niet-essentiële winkels zullen moeten sluiten. Thuiswerken wordt de norm en voor bedrijven waar dit niet mogelijk is, dienen de regels inzake fysieke afstand te worden gerespecteerd. Deze maatregelen gelden alleszins al tot en met 5 april 2020.
De bovenvermelde maatregelen hebben zonder twijfel een aanzienlijke economische en financiële weerslag en een verregaande impact op de tewerkstelling van de werknemers van diverse ondernemingen.
De ondernemingen die worden getroffen door opgelegde sluiting of door een tijdelijk gebrek aan werk (wegens een terugval van productie en/of dienstverlening) kunnen zich beroepen op het stelsel van tijdelijke werkloosheid, dat het mogelijk maakt werknemers tijdelijk een werkloosheidsuitkering te geven zonder ze te ontslaan.
Er bestaan twee vormen van tijdelijke werkloosheid waarop een werkgever zich eventueel kan beroepen, nl. tijdelijke werkloosheid wegens overmacht of tijdelijke werkloosheid op grond van economische oorzaken.
Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht
De werkgever kan zowel voor arbeiders als bedienden beroep doen op het stelsel van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht. Onder overmacht wordt begrepen elke plotse en onvoorzienbare gebeurtenis, buiten de wil van de partijen om, die de uitvoering van de arbeidsovereenkomst tijdelijk volledig onmogelijk maakt.
Ondernemingen die volledig of gedeeltelijk moeten sluiten ten gevolge van het coronavirus kunnen zich beroepen op tijdelijke werkloosheid wegens overmacht. Zo erkent de RVA een tijdelijke werkloosheid voor o.m. de volgende gevallen (niet limitatief):
- De werkgever die niet meer in de mogelijkheid is om werk te verschaffen omdat hij getroffen werd door de gevolgen van het coronavirus, bijvoorbeeld omdat hij afhankelijk is van leveranciers en grondstoffen uit getroffen gebieden.
- De werkgever die zijn activiteiten heeft moeten stopzetten omwille van een door de overheid opgelegde sluiting. Indien de werkgever ondanks de sluiting toch nog gedeeltelijk activiteiten kan verrichten (bijvoorbeeld restaurants die leveren aan huis) kan die nog steeds beroep doen op tijdelijke werkloosheid wegens overmacht waarbij arbeidsdagen kunnen worden afgewisseld met werkloosheidsdagen.
- De organisator van recreatieve, culturele, folkloristische of sportieve activiteiten die door de overheid werden afgelast.
- De werkgever kan ook tijdelijke werkloosheid wegens overmacht inroepen voor werknemers die in het buitenland vertoeven en niet naar België kunnen terugkeren of die door de overheid in quarantaine werden geplaatst.
De RVA erkent de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht wegens het coronavirus zolang er sprake is van een ‘lockdown’ die momenteel tot 3 april geldt. De voorziene duur van de werkloosheid kan maximum lopen tot 30 juni 2020.
De aanvraag dient elektronisch te gebeuren via de portaalsite van de sociale zekerheid (www.socialsecurity.be), waarbij de reden van overmacht dient te worden vermeld.
Tijdelijke werkloosheid op grond van economische oorzaken
Indien een werkgever geconfronteerd wordt door een tijdelijk gebrek aan werk omwille van een aanzienlijke daling van de omzet, productie, klanten of aantal bestellingen – in dit geval ten gevolge van het coronavirus en/of de getroffen maatregelen – kan hij zich beroepen op het stelsel van tijdelijke werkloosheid op grond van economische oorzaken.
De tijdelijke werkloosheid op grond van economische oorzaken laat de werkgever toe de arbeidsovereenkomst van de werknemer tijdelijk volledig te schorsen. Er kan ook geopteerd worden voor een regime van gedeeltelijke arbeid. De werknemer blijft dus in dienst zodat een eventueel ontslag kan worden vermeden.
De arbeidsovereenkomstenwet voorziet in een regeling voor arbeiders (artikel 51) en voor bedienden (artikel 77/1).
Arbeiders
De werkgever kan beroep doen op het stelsel van tijdelijke werkloosheid indien er sprake is van werkgebrek en het bestaande arbeidsritme in de onderneming tijdelijk niet te handhaven is wegens economische oorzaken die onafhankelijk zijn van de wil van de werkgever.
De werkgever kan dan opteren voor een volledige schorsing (een regeling waarin geen enkele arbeidsdag meer wordt gepresteerd), dan wel voor een regime van gedeeltelijke arbeid (een regeling waarin arbeidsdagen worden afgewisseld met werkloosheidsdagen).
De volgende formaliteiten dienen te worden vervuld:
- De arbeiders dienen ten minste zeven dagen voor de eerst voorziene werkloosheidsdag in kennis worden gesteld van de voorziene tijdelijke werkloosheid d.m.v. aanplakking of individuele kennisgeving. De kennisgeving vermeldt de werknemers die werkloos worden gesteld, alsook de specifieke data waarop de werknemers werkloos zullen zijn. Ook de begin en einddata van de regeling dient te worden vermeld.
- Op dezelfde dag dient er een voorafgaande mededeling worden gedaan aan het werkloosheidsbureau van de RVA. De elektronische aangifte dient te gebeuren via de portaalsite van de sociale zekerheid (www.socialsecurity.be), waarbij de werkgever de kennisgeving aan de werknemers meedeelt, alsook de economische oorzaken die de tijdelijke werkloosheid rechtvaardigen.
- De economische oorzaken die de tijdelijke werkloosheid rechtvaardigen dienen ook meegedeeld te worden aan de ondernemingsraad of aan vakbondsafgevaardigde.
Bedienden
Het stelsel van tijdelijke werkloosheid op grond van economische oorzaken voor bedienden is enkel mogelijk indien de onderneming van de werkgever wordt erkend als een onderneming in moeilijkheden door de FOD WASO. De werkgever dient tevens een ondernemingsplan op te stellen. In afwachting van deze erkenning kan de werkgever zich beroepen op de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.
Op 18 maart 2020 heeft de Nationale Arbeidsraad echter de CAO nr. 147 gesloten betreffende tijdelijke werkloosheid op grond van economische oorzaken voor bedienden naar aanleiding van de coronavirus-crisis waardoor de bestaande regels versoepeld werden.
De tekst werd nog niet online geplaatst, maar we weten al wel dat overeenkomstig deze CAO het niet vereist is om door de FOD WASO erkend te worden als onderneming in moeilijkheden, evenmin moet er een ondernemingsplan worden opgesteld. De onderneming moet aan de RVA kunnen bewijzen dat haar omzet, productie of bestellingen met 10% daalden in het kwartaal dat aan haar verzoek om tijdelijke werkloosheid vooraf ging.
Hierbij wordt tegemoet gekomen aan ondernemingen die mogelijk geen beroep kunnen doen op de tijdelijke werkloosheid omwille van overmacht maar toch hun omzet, productie of bestellingen ziet dalen naar aanleiding van de coronavirus-crisis (bijvoorbeeld dienstenchequesector). Het verschil in definitie tussen beide soorten van werkloosheid is tot op heden echter nog niet geheel duidelijk.
Werkloosheidsuitkering
De werknemers die tijdelijk werkloos zijn gesteld ontvangen een uitkering gelijk aan 65% van hun gemiddelde loon (begrensd tot 2.754,76 EUR), ongeacht de gezinstoestand. De uitkering wordt opgetrokken naar 70% van het gemiddelde loon tot 30 juni 2020. Op de uitkeringen wordt 26,75% bedrijfsvoorheffing ingehouden.
Lander Heylen & Jana Kern