9 mei 2019

Categorieën: Vastgoedrecht

Esthetische toetsing van bouwprojecten: over de Welstandscommissie en (andere) kwaliteitskamers

 O, lelijk België 

België wordt soms het ‘lelijkste land ter wereld’ genoemd. Lintbebouwing en verrommeling tekenen het landschap. Allerhande bouwtypologieën worden op al dan niet bedenkelijke wijze met elkaar gecombineerd. “De gustibus et coloribus non est disputandum”, luidt het gezegde. Maar niets is minder waar: over smaak en esthetiek moet juist wel gediscussieerd (kunnen) worden. Maar hoe kan de enigszins subjectieve discussie over esthetiek dan geobjectiveerd worden en bruikbaar gemaakt worden in het vergunningsproces? Hier lijkt een rol te zijn weggelegd voor de zgn. ‘kwaliteitskamers’. 

 

Esthetische toetsing bij vergunningsaanvragen 

De vergunningverlenende bestuursorganen kunnen bij de beoordeling van een project ook esthetische aspecten betrekken. Het visueel-vormelijke/esthetische aspect vormt immers volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening een aspect dat beoordeeld dient te worden bij de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening. 

 

De rol van de kwaliteitskamers (Welstandscommissie in Antwerpen) 

In Vlaanderen is er een trend in opmars waarbij zogenaamde ‘kwaliteitskamers’ aan het Schepencollege van de desbetreffende stad of gemeente een niet-bindend advies verstrekken omtrent het esthetische/visueel-vormelijke aspect van een omgevingsvergunningsaanvraag. Zo doen een aantal centrumsteden reeds beroep op een kwaliteitskamer naar aanleiding van een toekomstige of lopende vergunningsaanvraag. Deze kwaliteitskamers, opgericht door de gemeenteraad, bestaan op heden bijvoorbeeld reeds in de steden Antwerpen, Mechelen, Gent en Oostende. Een aantal andere steden en gemeenten organiseren dan weer intergemeentelijke initiatieven, waarbij de aanvraag bijvoorbeeld wordt voorgelegd aan het IOK (Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen). De kwaliteitskamers mogen geen advies verstrekken in strijd met de geldende regelgeving. Bovendien zal een vergunningverlenend bestuur een vergunningsaanvrager niet kunnen verplichten om voorafgaand aan de vergunningsaanvraag advies in te winnen bij de kwaliteitskamer. Het advies is niet bindend voor het vergunningverlenend orgaan, al zal het doorgaans wel een belangrijke rol spelen. 

De organisatie, de samenstelling van deze kwaliteitskamers en de wijze waarop die georganiseerd zijn, is afhankelijk van gemeente tot gemeente. De kwaliteitskamer van de stad Antwerpen, ook de ‘Welstandscommissie’ genoemd, heeft onder meer als taak de bouwheren en de architecten bij te staan bij de aanvraagprocedure en aanwijzingen te geven met als doel de slaagkansen van de desbetreffende vergunningsaanvraag te vergroten. 

De Welstandscommissie wordt dan ook best voorafgaand aan de vergunningsaanvraag gecontacteerd. Indien voorafgaand een advies wordt gevraagd, zal de ontwerper zijn voorstel mogen presenteren en zullen er vragen kunnen worden gesteld door de Welstandscommissie. In Antwerpen zal voorafgaand aan de presentatie nog een interne bespreking plaatsvinden binnen de Welstandscommissie. Het advies van de Welstandscommissie zal bijgevolg reeds ter beschikking zijn op het moment waarop de vergunningsaanvraag wordt ingediend.

De Welstandscommissie en de andere kwaliteitskamers vergaderen bovendien niet openbaar zodat de informatie die de architect en de opdrachtgever meedelen strikt vertrouwelijk kunnen behandeld worden. 

 

Het welstandsadvies 

In Antwerpen zijn de adviezen van de Welstandscommissie gericht tot het College van Burgemeester en Schepenen, maar gebeurt dit wel via de omgevingsambtenaar. 

Welke projecten in aanmerkingen komen voor dergelijk advies van de kwaliteitskamer wordt door de stad Antwerpen duidelijk vastgelegd aan de hand van bepaalde criteria. Niet elk project vereist immers een kwaliteitstoezicht. Deze criteria hebben allemaal betrekking op het beeldbepalend karakter van het aangevraagde project: 

  • Omvang en context: 
    •  > 2500m² BVO; 
    • > 25 woningen; 
    • Gevelbreedte of bouwvolume of bouwhoogte x 3 ten opzichte van het referentiebeeld van de omgeving; 
    • Verschil inzake harmonie (zie Bouwcode artikel 6) ten opzichte van het referentiebeeld van de omgeving; 
    • Verschil ten opzichte van bestaande kaders inzake beeldkwaliteit (bvb. BKP, RUP); 
    • Verschil in stedenbouwkundige typomorfologie ten opzichte van het referentiebeeld van de omgeving (bijvoorbeeld inbreiding) 
  • Locatie: 
    • Met ruimtelijke weerslag op beschermde monumenten of stadsgezichten; 

Voormelde criteria zijn terug te vinden in art. 7 van de Antwerpse Bouwcode en in artikel 4 van het Huishoudelijk reglement van de Welstandscommissie. Dit reglement kan teruggevonden worden op de website van de stad Antwerpen via onderstaande link: 

https://www.antwerpen.be/nl/info/52d5052239d8a6ec798b495c/welstandscommissie 

De Welstandscommissie beschikt echter niet over een lijst van algemene inhoudelijke beoordelingscriteria. Het welstandsadvies kan op drie verschillende manieren luiden: gunstig, gunstig onder voorwaarden, ongunstig met redenen. De adviezen zullen meestal pas met de vergunningsbeslissing worden bekend gemaakt aan de vergunningsaanvrager. De adviezen worden bovendien niet op eigen initiatief aan het publiek bekend gemaakt. 

De kwaliteitskamers kunnen een forum bieden voor dialoog over de visueel-vormelijke aspecten van een vergunningsaanvraag tussen de ontwerper en het bestuur. Zo kunnen vergunningsaanvragen sneller aansluiten bij de verwachtingen van het vergunningverlenend bestuur. Probleempunten op dit vlak worden op deze manier preventief weggewerkt, zodat de omgevingsvergunningsaanvraag meer slaagkans heeft.