5 april 2019

Categorieën: Overheidsrecht

Een overeenkomst bewijzen door middel van een elektronische handtekening

Hoe bewijs je in de huidige steeds meer digitaliserende maatschappij het bestaan van een overeenkomst door middel van een elektronische handtekening?

Hiervoor dient eerst het onderscheid tussen de verschillende soorten elektronische handtekeningen verduidelijkt te worden.

Een elektronische handtekening bestaat uit gegevens in elektronische vorm die gehecht zijn aan of logisch verbonden zijn met andere gegevens in elektronische vorm en die door de ondertekenaar worden gebruikt om te ondertekenen. Indien aan bepaalde bijkomende vereisten voldaan is, is er sprake van een geavanceerde elektronische handtekening. Tot slot is er nog de gekwalificeerde elektronische handtekening dewelke een geavanceerde elektronische handtekening is die is aangemaakt met een gekwalificeerd middel en gebaseerd is op een gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen uitgegeven door dienstverleners vermeld op de Belgische Trusted List van de FOD Economie.

Vervolgens dient een onderscheid gemaakt te worden naargelang het bestaan van de overeenkomst dient te worden bewezen ten aanzien van een consument dan wel een niet-consument/ondernemer.

Ten aanzien van niet-consumenten/ondernemers geldt namelijk de vrije bewijslevering. Het bewijs van het bestaan van een overeenkomst mag derhalve door alle middelen van recht geleverd worden. Bijgevolg kan men zowel aan de hand van de gewone, de geavanceerde als de gekwalificeerde elektronische handtekening het bestaan van een overeenkomst ten aanzien van een niet-consument/ondernemer bewijzen.

Ten aanzien van consumenten dient nog een bijkomend onderscheid gemaakt te worden. Dezelfde regel als ten aanzien van een niet-consument/ondernemer is van toepassing indien het gaat om het bewijs van het bestaan van een overeenkomst waarvan het bedrag niet hoger ligt dan 375,00 euro. Ligt het bedrag van de overeenkomst wel hoger dan 375,00 euro, dan dient het bestaan ervan bewezen te worden door middel van onderhandse akte. Enkel de gekwalificeerde elektronische handtekening wordt gelijkgesteld met een onderhandse akte en kan dus aangewend worden om het bestaan van dergelijke overeenkomst te bewijzen. De (geavanceerde) elektronische handtekening is hiervoor niet voldoende.

In het licht van de hervorming van het Burgerlijk Wetboek en de nieuwe bewijsregels dient opgemerkt te worden dat het bedrag van 375,00 euro verhoogd zal worden naar 3.500,00 euro. De nieuwe bewijsregels treden in werking op de eerste dag van de 18e maand na publicatie van de wet houdende de invoeging van Boek 8†ìBewijsî in het nieuw Burgerlijk Wetboek. Het wetsontwerp voor deze wet werd recent op 4 april 2019 goedgekeurd door de Kamer.