5 mei 2020

Categorieën: Vennootschapsrecht

Driewerf hoezee! De compensatiepremie kan worden aangevraagd!

De langverwachte compensatiepremie, die bedrijven die niet verplicht moesten sluiten maar die toch een aanzienlijk omzetverlies kenden dient te compenseren, kan eindelijk worden aangevraagd. Daarnaast heeft de overheid nog enkele maatregelen getroffen om de economische schade veroorzaakt door de Coronacrisis te beperken.

 

De compensatiepremie toegelicht

Verschil met de hinderpremie

Eerder berichtten wij u al over de hinderpremie, die kon worden aangevraagd door de bedrijven die verplicht dienden te sluiten. De bedrijven die niet dienden te sluiten, konden geen aanspraak maken op de hinderpremie en vielen dan ook uit de boot. Vele van hen kenden namelijk een aanzienlijk omzetverlies doordat het economische leven stilviel.

Om tegemoet te komen aan deze bedrijven, heeft de Vlaamse Regering de compensatiepremie in het leven geroepen. Daar de hinderpremie is voorzien voor bedrijven die verplicht dienden te sluiten en de compensatiepremie voor bedrijven die niet verplicht waren te sluiten, kunnen beide premies uiteraard niet gecumuleerd worden.

 

Voorwaarden

Opdat u beroep kan doen op de compensatiepremie is vereist dat uw bedrijf een omzetverlies van minstens 60% in de periode tussen 14 maart 2020 en 30 april 2020 in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar (of een andere relevante periode) kende. Voor starters gaat het om een omzetdaling van minstens 60% ten opzichte van hun neergelegd financieel plan. Vanzelfsprekend dient de omzetdaling daarbij te wijten te zijn aan de opgelegde coronamaatregelen.

De steun omvat een éénmalige compensatiepremie van 3.000,00 euro. Voor zelfstandigen in bijberoep bedraagt de compensatiepremie echter 1.500,00 euro. Indien uw bedrijf meerdere exploitatiezetels heeft, kan u voor maximaal 5 van die exploitatiezetels een compensatiepremie aanvragen.

U kan de compensatiepremie vanaf vandaag aanvragen via de website van het Vlaamse Agentschap voor Innoveren & Ondernemen, door op de roze knop ‘Aanvragen’ te klikken.

 

Moratorium voor ondernemingen

De Federale Regering heeft daarnaast een zogenaamd moratorium voorzien voor ondernemingen die hun continuïteit in het gedrang zien komen door de coronacrisis en die niet in staking van betaling waren op 18 maart 2020.

Middels het Koninklijk Besluit nr. 15 van 24 april 2020 betreffende de tijdelijke opschorting ten voordele van ondernemingen van uitvoeringsmaatregelen en andere maatregelen gedurende de COVID-19 crisis, voert de regering dan ook de facto een collectieve opschorting van betaling in.

 

Concrete maatregelen

Zo is het tijdelijk niet mogelijk om bewarend en uitvoerend beslag te leggen (behalve op onroerende goederen) en kunnen er geen middelen van tenuitvoerlegging worden aangewend of voortgezet voor alle schulden van de onderneming. Deze maatregel is echter niet van toepassing op de personen die zich persoonlijk borg stellen voor de onderneming, tenzij deze borgen zelf ondernemingen zijn.

Daarnaast kan een onderneming niet op dagvaarding failliet worden verklaard of gerechtelijk worden ontbonden, tenzij op initiatief van het Openbaar Ministerie of de voorlopig bewindvoerder of mits toestemming van de betrokken onderneming. Ook de overdracht onder gerechtelijk gezag kan niet worden bevolen.

Verder is de verplichting voor ondernemingen om zelf aangifte van faillissement te doen opgeschort, indien de vervulling van de faillissementsvoorwaarden het gevolg is van de Coronacrisis en haar gevolgen.

Betalingstermijnen in het kader van een gehomologeerd reorganisatieplan worden tevens verlengd met de duur van het moratorium.

Ten slotte, kunnen lopende overeenkomsten (met uitzondering van arbeidsovereenkomsten) niet eenzijdig of gerechtelijk worden ontbonden tijdens het moratorium wegens de niet-betaling van een opeisbare geldschuld.

Deze maatregelen doen echter geen afbreuk aan de verplichting om opeisbare geldschulden te betalen. Schuldeisers zullen bovendien nog steeds gebruik kunnen maken van gemeenrechtelijke sanctiemechanismen zoals de exceptie van niet-uitvoering, het retentierecht en schuldvergelijking.

 

Bescherming tegen misbruik

Deze verregaande bescherming voor ondernemingen in moeilijkheden tegen hun schuldeisers, gaat echter ook gepaard met een bescherming voor schuldeisers tegen ondernemingen die misbruik maken van bovenstaande maatregelen.

De schuldeiser die misbruik vermoedt, kan zijn schuldenaar dagvaarden voor de Voorzitter van de Ondernemingsrechtbank, dewelke zetelt zoals in kort geding. Deze zal dan oordelen of de schuldenaar al dan niet onder het toepassingsgebied van het moratorium valt, rekening houdende met de vraag of ten gevolge van de Coronacrisis de omzet of activiteit van de schuldenaar sterk is gedaald, of er volledig of deels beroep is gedaan op economische werkloosheid en of de overheid bevel heeft gegeven tot sluiting van de onderneming van de schuldenaar, alsook met de belangen van de verzoeker.

 

Duurtijd

Het moratorium geldt minstens tot en met 17 mei 2020, al is het mogelijk (en waarschijnlijk) dat deze termijn verlengd zal worden.

 

Bescherming kredietgevers

Daarnaast voorziet KB nr. 15 in de bescherming van kredietgevers die ondernemingen een krediet verstrekken gedurende het moratorium. Zo zullen kredieten verstrekt in de verdachte periode voorafgaand aan het faillissement alsnog tegenwerpbaar zijn, in afwijking van art. XX.112 WER. De betrokken kredietverstrekkers kunnen bovendien niet aansprakelijk worden gesteld enkel en alleen omdat de nieuwe kredieten de continuïteit van het geheel of een gedeelte van de activa of van de activiteiten van de schuldenaar niet daadwerkelijk mogelijk hebben gemaakt.

Het moge duidelijk zijn dat de overheid de liquiditeit van ondernemingen een opkikkertje tracht te geven. Of één en ander voldoende zal zijn om de Coronacrisis te overbruggen, zal nog moeten blijken. In tussentijd kan u steeds terecht bij Forum Advocaten voor al uw vragen over de impact van de Coronacrisis op uw onderneming.

 

Geert de Hoon & Ilse De Geyter

Ilse De Geyter

Ilse De Geyter is in de expertise bouw- en vastgoedrecht actief in bouwgeschillen en huur verhuur van onroerend goed. Haar directe communicatie, daadkracht en persoonlijke ervaring in eigen bouwprojecten komen van pas bij (zowel minnelijke als gerechtelijke) expertises en de opvolging van bouwgeschillen. Zij staat verschillende cliënten bij in de huur verhuur van vastgoed. In de expertise ondernemingsrecht is zij actief in contractenrecht, commerciële geschillen, tuchtrecht en incasso.

Zij is proactief, direct, resultaatgericht en nabij in de uitvoering.