2 april 2020

Categorieën: Overheidsrecht

Complete handleiding voor procedures en termijnen inzake ruimtelijke ordening in tijden van Corona

Het coronavirus tast onze samenleving op ongeziene wijze aan. Zo heeft het virus ook een impact op lopende en toekomstige procedures inzake ruimtelijke ordening, zoals vergunningsprocedures, procedures inzake planning, procedures inzake leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten,…

Met artikel 5 van het decreet van 20 maart 2020 over de maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid werd aan de Vlaamse Regering de machtiging verleend om nadere regels uit te werken voor de opschorting, het stuiten of het verlengen van proceduretermijnen of voor tijdelijke aanpassingen van procedurele of administratieve verplichtingen.  

Al snel volgde het eerste noodbesluit van het Vlaamse Regering van 24 maart 2020 voor wat betreft de omgevingsvergunning. Dit besluit is enerzijds van toepassing op alle vergunningsaanvragen en administratieve beroepen die reeds zijn ingediend voor 24 maart 2020 maar waarvoor nog geen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing is genomen door de bevoegde vergunningverlenende overheid in laatste administratieve aanleg. Anderzijds is dit besluit eveneens van toepassing op alle vergunningsaanvragen en administratieve beroepen die worden ingediend vanaf 24 maart tot en met 24 april 2020. De Minister kan deze einddatum nog verlengen indien de civiele noodsituatie dit vereist.

Nadien volgde ook het noodbesluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2020 inzake de proceduretermijnen die gelden voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen en het Handhavingscollege. Dit besluit is van toepassing op alle vervaltermijnen uit het DBRC-decreet en -besluit evenals op de termijnen om een beroep in te stellen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen en het Handhavingscollege, die lopen gedurende de periode van 27 maart tot en met 24 april 2020. Ook dit besluit bepaalt dat de Minister deze einddatum nog kan verlengen indien de civiele noodsituatie dit vereist.

Ten slotte volgde er nog een derde noodbesluit, het noodbesluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2020 voor wat betreft ruimtelijke planning, complexe projecten, plan-milieueffectrapportage en leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten.

Welke gevolgen hebben deze noodbesluiten voor de huidige en toekomstige procedures inzake ruimtelijke ordening? Wij zetten de gevolgen voor u op een rijtje.

 

Welke gevolgen heeft het coronavirus voor lopende en toekomstige vergunningsprocedures?

De invloed van het coronavirus op de openbare onderzoeken

Er worden geen nieuwe openbare onderzoeken georganiseerd tot en met 24 april 2020. De Minister kan deze einddatum nog verlengen indien de civiele noodsituatie dit vereist.

De openbare onderzoeken die al liepen op 24 maart 2020 worden geschorst en verdergezet na 24 april 2020. Men kan gedurende deze periode van schorsing evenwel nog steeds een bezwaarschrift indienen. Bezwaren die worden ingediend tijdens de periode van schorsing worden ingevolge het Noodbesluit van 24 maart 2020 immers nog steeds als ontvankelijk beschouwd.

De gemeenten dienen op hun website actuele informatie te verstrekken in verband met de start- en einddata van de openbare onderzoeken.

 

De invloed van het coronavirus op de adviesverlening

Adviezen die, in het kader van aanvragen of administratieve beroepen die onder het toepassingsgebied van het Noodbesluit van 24 maart 2020 vallen, niet of laattijdig worden uitgebracht worden niet als stilzwijgend gunstig beschouwd maar men kan wel aan de adviesverplichting voorbijgaan.

De beroepsmogelijkheid van de desbetreffende adviesinstantie blijft evenwel onaangetast. Bijgevolg kan de betrokken adviesinstantie nog steeds beroep aantekenen tegen de uiteindelijke beslissing, ook al heeft deze instantie geen of een laattijdig advies uitgebracht.

 

De invloed van het coronavirus op de organisatie van hoorzittingen

Bij de behandeling van vergunningsaanvragen of administratieve beroepen die onder het toepassingsgebied van het Noodbesluit van 24 maart 2020 vallen, kan besloten worden dat de hoorzittingen alleen schriftelijk, via teleconferentie of via videoconferentie worden gehouden. Deze beslissing kan genomen worden door de bevoegde overheid, door de provinciale of gewestelijke omgevingsambtenaar of door de voorzitter van de omgevingsvergunningscommissie.

Inmiddels maken zowel de diensten op gemeentelijk als op provinciaal en gewestelijk niveau al gebruik van deze mogelijkheid. U kan best op voorhand bij de betrokken dienst informeren hoe de hoorzittingen tijdens de coronacrisis georganiseerd worden.

 

De invloed van het coronavirus op de uiterste beslissingstermijnen voor de bevoegde vergunningverlenende overheid in eerste aanleg

De termijnen voor de vergunningverlenende overheid in eerste aanleg om een beslissing te nemen zijn afhankelijk van de soort vergunningsprocedure.

Bij de gewone vergunningsprocedure bedraagt de termijn voor de vergunningverlenende overheid in eerste aanleg om een beslissing te nemen over de vergunningsaanvraag in principe 105, dan wel 120 dagen, al naar gelang het advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is. Deze termijnen worden verlengd met 60 dagen voor de vergunningsaanvragen waarop het Noodbesluit van 24 maart 2020 van toepassing is.

Bij de vereenvoudigde vergunningsprocedure bedraagt de termijn voor de vergunningverlenende overheid in eerste aanleg om een beslissing te nemen over de vergunningsaanvraag in principe 60 dagen. Deze termijn wordt verlengd met 30 dagen voor de vergunningsaanvragen waarop het Noodbesluit van 24 maart 2020 van toepassing is.

 

De invloed van het coronavirus op de termijn waarna de vergunningsaanvrager gebruik mag maken van zijn vergunning

Normaliter mag de vergunningsaanvrager gebruik maken van de aan hem verleende vergunning wanneer deze niet binnen 35 dagen, te rekenen vanaf de dag na de eerste dag van de aanplakking, op de hoogte is gebracht van de instelling van een schorsend administratief beroep.

Deze termijn wordt verlengd met 30 dagen voor alle vergunningen die werden verleend vanaf 24 maart 2020 tot en met 24 april 2020. Deze einddatum kan op initiatief van de Minister nog verlengd worden.  

 

De invloed van het coronavirus op de administratieve beroepstermijn

De termijn om een administratief beroep in te stellen bedraagt in principe 30 dagen.

Deze termijn wordt verlengd met 30 dagen voor de administratieve beroepen waarop het Noodbesluit van 24 maart 2020 van toepassing is.

 

De invloed van het coronavirus op de uiterste beslissingstermijnen voor de bevoegde vergunningverlenende overheid in tweede aanleg

Ook hier zijn de termijnen voor de vergunningverlenende overheid in tweede aanleg om een beslissing te nemen afhankelijk van de soort vergunningsprocedure.

Bij de gewone vergunningsprocedure bedraagt de termijn voor de vergunningverlenende overheid in tweede aanleg om een beslissing te nemen over een administratief beroep in principe 120 dagen. Deze termijn wordt verlengd met 60 dagen voor de administratieve beroepen waarop het Noodbesluit van 24 maart 2020 van toepassing is.

Bij de vereenvoudigde vergunningsprocedure bedraagt de termijn voor de vergunningverlenende overheid in tweede aanleg om een beslissing te nemen over een administratief beroep in principe 60 dagen. Deze termijn wordt verlengd met 60 dagen voor de administratieve beroepen waarop het Noodbesluit van 24 maart 2020 van toepassing is.

 

De invloed van het coronavirus op de proceduretermijnen en de organisatie van de hoorzittingen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen

De termijn om een jurisdictioneel beroep in te stellen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen bedraagt normaliter 45 dagen, te rekenen vanaf de dag na de datum van de betekening van de vergunningsbeslissing dan wel de dag na de eerste dag van de aanplakking van de vergunningsbeslissing.

Deze termijn wordt verlengd met 30 dagen voor de jurisdictionele beroepen waarop het Noodbesluit van 27 maart 2020 inzake de proceduretermijnen die gelden voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen en het Handhavingscollege van toepassing is.

Daarnaast worden ook de vervaltermijnen uit het DBRC-decreet en -besluit verlengd met 30 dagen, opnieuw voor zover het Noodbesluit van 27 maart 2020 inzake de proceduretermijnen die gelden voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen en het Handhavingscollege van toepassing is. Deze verlenging heeft met name betrekking op de termijnen voor de betaling van het rolrecht, het indienen van een verzoekschrift tot tussenkomst, een antwoordnota, een schriftelijke uiteenzetting, een wederantwoordnota, een verzoek tot voortzetting,…

Deze termijnverlenging met 30 dagen geldt evenwel niet voor de vervaltermijnen in het kader van vorderingen tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid. De termijnen die in dat geval gelden blijven onveranderd en worden niet verlengd.

De betekeningen voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen in het kader van vorderingen tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid gebeuren vanaf 27 maart 2020 tot en met 24 april 2020 door middel van een e-mail, gericht aan de Raad en de betrokken partijen.

Procedurestukken in het kader van een vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid worden ingediend door middel van een e-mail, gericht aan de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende e-mail adres: udn.vergunningsbetwistingen@vlaanderen.be. Voor procedurestukken die niet per e-mail of niet binnen de kantooruren worden bezorgd, wordt geen onmiddellijke behandeling gegarandeerd. Indien een onmiddellijke reactie van de Raad toch vereist zou zijn kan u zich wenden tot de griffier van wacht via de UDN-permanentietelefoon op het nummer: 0491/868185.

Verder kan de kamervoorzitting die de vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid behandelt beslissen om de zitting digitaal te organiseren of kan deze de zaak onmiddellijk in beraad nemen wanneer de partijen in onderling overleg afzien van de behandeling ter zitting. Normaliter wordt de vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid verworpen wanneer de verzoekende partij niet verschijnt of vertegenwoordigd wordt op de zitting. Van deze regel wordt afgeweken tot en met 24 april 2020.

Ten gevolge van de coronacrisis is de griffie tijdelijk niet bereikbaar per telefoon. De griffie blijft wel bereikbaar per e-mail. Tot en met 24 april 2020 zal de griffie van de Raad overigens, behalve voor procedures met een vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid,  geen betekeningen meer uitvoeren die een vervaltermijn doen aanvangen in de procedure bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. De griffie zal procespartijen wel nog aanschrijven en oproepen voor hoorzittingen in de maand mei.

De postbedeling aan de Raad voor Vergunningsbetwistingen blijft gegarandeerd maar het is tijdelijk niet mogelijk om inzage van een dossier te verkrijgen, met uitzondering van inzage in de dossiers van de beroepen die worden behandeld op een zitting in maart of april 2020. Indien u een dossier wenst in te kijken kan u hiervoor best contact opnemen met de griffie van de Raad.

 

Welke gevolgen heeft het coronavirus voor lopende en toekomstige procedures inzake planning

Voorlopig heeft het coronavirus uitsluitend gevolgen voor de wijze van adviesverlening, de termijnen en de inspraakprocedures van lopende procedures inzake planning.

 

De invloed van het coronavirus op de inspraakprocedures in het kader van ruimtelijke beleidsplanningsprocessen

Alle informatie-, inspraak- en participatiemomenten die in het kader van een ruimtelijke beleidsplanningsprocessen nog liepen op 27 maart 2020 worden geschorst en pas verdergezet na 24 april 2020. Deze einddatum kan op initiatief van de Minister nog verlengd worden.

Deze schorsing heeft betrekking op:

  • De publieke inspraak over de conceptnota van een ruimtelijk beleidsplan of beleidskader;
  • Het openbaar onderzoek over een ontwerp van ruimtelijk beleidsplan of beleidskader.

 

Men kan gedurende deze periode van schorsing evenwel nog steeds reacties, opmerkingen en bezwaren indienen. Reacties, opmerkingen en bezwaren die worden ingediend tijdens de periode van schorsing worden ingevolge het van 27 maart 2020 voor wat betreft ruimtelijke planning, complexe projecten, plan-milieueffectrapportage en leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten immers nog steeds als ontvankelijk beschouwd.

Er worden tot en met 24 april 2020 evenwel geen nieuwe informatie-, inspraak- en participatiemomenten meer georganiseerd.

De bevoegde overheden dienen op hun website actuele informatie te verstrekken in verband met de start- en einddata van de informatie-, inspraak- en participatiemomenten.

 

De invloed van het coronavirus op procedures inzake ruimtelijke uitvoeringsplannen

Het noodbesluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2020 voor wat betreft ruimtelijke planning, complexe projecten, plan-milieueffectrapportage en leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten is enerzijds van toepassing op gewestelijke, provinciale en gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, waarbij de termijn voor het definitief vaststellen nog niet verstreken is op 27 maart 2020. Anderzijds is het Noodbesluit eveneens van toepassing op provinciale en gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen die geschorst zijn door de Vlaamse Regering of de deputatie op 27 maart 2020 en waarbij de termijn voor het opnieuw definitief vaststellen nog niet is verstreken op deze datum.

In principe dient een gewestelijk, provinciaal dan wel een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan definitief te worden vastgesteld binnen een termijn van 180 dagen, na het einde van het openbaar onderzoek. Deze termijnen worden met 30 dagen verlengd voor de procedures inzake ruimtelijke uitvoeringsplannen waarop het noodbesluit van 27 maart 2020 van toepassing is.

Daarnaast wordt ook de termijn voor het opnieuw definitief vaststellen van een provinciaal of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, ingevolge een schorsing door de Vlaamse Regering of de deputatie, verlengd met 30 dagen.  

Ten slotte worden alle openbare onderzoeken en publieke raadplegingen die nog liepen op 27 maart 2020 met betrekking tot de startnota en het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan geschorst en pas verdergezet na 24 april 2020. De Minister kan deze einddatum nog verlengen indien de civiele noodsituatie dit vereist.

Men kan gedurende deze periode van schorsing evenwel nog steeds reacties, opmerkingen en bezwaren indienen. Reacties, opmerkingen en bezwaren die worden ingediend tijdens de periode van schorsing worden ingevolge het noodbesluit van 27 maart 2020 immers nog steeds als ontvankelijk beschouwd.

Er worden tot en met 24 april 2020 evenwel geen nieuwe openbare onderzoeken of raadplegingen meer georganiseerd.

De bevoegde overheden dienen op hun website actuele informatie te verstrekken in verband met de start- en einddata van de raadplegingen van het publiek en van de openbare onderzoeken.

 

De invloed van het coronavirus op procedures stedenbouwkundige verordeningen

Het noodbesluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2020 voor wat betreft ruimtelijke planning, complexe projecten, plan-milieueffectrapportage en leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten is van toepassing op provinciale en gemeentelijke stedenbouwkundige verordening die geschorst zijn door de Vlaamse Regering of de deputatie op 27 maart 2020 en waarbij de termijn voor het opnieuw definitief vaststellen nog niet is verstreken op deze datum.

In principe beschikken de provincie- en de gemeenteraad in geval van schorsing door de Vlaamse Regering, dan wel de deputatie, over een termijn van 90 dagen om de stedenbouwkundige verordening opnieuw definitief vast te stellen. Deze termijn gaat in op de dag na de verzending van het schorsingsbesluit.

De termijn voor het opnieuw definitief vaststellen van een provinciale of gemeentelijke verordening, ingevolge een schorsing door de Vlaamse Regering of de deputatie, wordt verlengd met 30 dagen.

Ten slotte worden alle openbare onderzoeken die nog liepen op 27 maart 2020 met betrekking tot het ontwerp van stedenbouwkundige verordening geschorst en pas verdergezet na 24 april 2020. Ook deze datum kan op initiatief van de Minister nog verlengd worden.

Men kan gedurende deze periode van schorsing evenwel nog steeds bezwaren indienen. Bezwaren die worden ingediend tijdens de periode van schorsing worden ingevolge het noodbesluit van 27 maart 2020 immers nog steeds als ontvankelijk beschouwd.

Er worden tot en met 24 april 2020 evenwel geen nieuwe openbare onderzoeken meer georganiseerd.

De bevoegde overheden dienen op hun website actuele informatie te verstrekken in verband met de start- en einddata van de openbare onderzoeken.

 

De invloed van het coronavirus op de inspraakprocedure naar aanleiding van aanvragen tot planologisch attest

Ook de openbare onderzoeken over de aanvragen tot planologisch attest die nog liepen op 27 maart 2020 worden geschorst en pas verdergezet na 24 april 2020. De Minister kan ook deze einddatum nog verlengen indien de civiele noodsituatie dit vereist.

Net zoals bij het openbaar onderzoek in het kader van procedures inzake ruimtelijke uitvoeringsplannen en stedenbouwkundige verordeningen, kan men tijdens deze periode van schorsing evenwel nog steeds bezwaren indienen. Bezwaren die worden ingediend tijdens de periode van schorsing worden ingevolge het noodbesluit van 27 maart 2020 voor wat betreft ruimtelijke planning, complexe projecten, plan-milieueffectrapportage en leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten nog steeds als ontvankelijk beschouwd.

Er worden eveneens tot en met 24 april 2020 evenwel geen nieuwe openbare onderzoeken meer georganiseerd.

De bevoegde overheden dienen op hun website actuele informatie te verstrekken in verband met de start- en einddata van de openbare onderzoeken.

 

De invloed van het coronavirus op inspraakprocedures in het kader van plan-milieueffectrapportage

Ten slotte worden ook alle openbare onderzoeken en publieke raadplegingen die nog liepen op 27 maart 2020 met betrekking tot de volledig verklaarde kennisgeving van een plan-MER en met betrekking tot een ontwerp van plan-MER samen met het ontwerp van plan of programma geschorst en pas verdergezet na 24 april 2020. Ook hier wordt aan de Minister de bevoegdheid verleend om deze einddatum nog te verlengen.

Men kan gedurende deze periode van schorsing evenwel nog steeds reacties, opmerkingen en bezwaren indienen. Reacties, opmerkingen en bezwaren die worden ingediend tijdens de periode van schorsing worden ingevolge het noodbesluit van 27 maart 2020 voor wat betreft ruimtelijke planning, complexe projecten, plan-milieueffectrapportage en leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten immers nog steeds als ontvankelijk beschouwd.

Er worden tot en met 24 april 2020 evenwel geen nieuwe openbare onderzoeken of raadplegingen meer georganiseerd.

De bevoegde overheden dienen op hun website actuele informatie te verstrekken in verband met de start- en einddata van de raadplegingen van het publiek en van de openbare onderzoeken.

 

De invloed van het coronavirus op adviesinstanties

De bevoegde overheid kan ertoe besluiten om plenaire vergaderingen of adviesvergaderingen gedurende de periode van 27 maart tot en met 24 april 2020 alleen schriftelijk, via teleconferentie of via videoconferentie te houden.

Daarnaast kunnen ook de voorzitters van strategische adviesraden en van provinciale, intergemeentelijke of gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening  er toe besluiten om de vergaderingen in het kader van advisering van plannen en projecten uitsluitend schriftelijk, via teleconferentie of via videoconferentie te houden.

 

Welke gevolgen heeft het coronavirus voor toekomstige en lopende complexe projecten?

Voorlopig heeft het coronavirus uitsluitend gevolgen voor de wijze van adviesverlening en voor de inspraakprocedures in het kader van lopende complexe projecten.

 

De invloed van het coronavirus op inspraakprocedures in het kader van complexe projecten

Alle openbare onderzoeken, terinzageleggingen en raadplegingen van het publiek die in het kader van een complex project nog liepen op 27 maart 2020 worden geschorst en pas verdergezet na 24 april 2020. De Minister kan deze einddatum nog verlengen indien de civiele noodsituatie dit vereist.

Deze schorsing heeft betrekking op:

  • De raadpleging van het publiek over de alternatievenonderzoeksnota;
  • Het openbaar onderzoek over het ontwerp van voorkeursbesluit en het ontwerp van MER;
  • Het openbaar onderzoek over het ontwerp van projectbesluit en ontwerp van MER;
  • De terinzagelegging van het definitief vastgestelde voorkeursbesluit respectievelijk projectbesluit.

 

Men kan gedurende deze periode van schorsing evenwel nog steeds reacties, opmerkingen en bezwaren indienen. Reacties, opmerkingen en bezwaren die worden ingediend tijdens de periode van schorsing worden ingevolge het noodbesluit van 27 maart 2020 van 27 maart 2020 voor wat betreft ruimtelijke planning, complexe projecten, plan-milieueffectrapportage en leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten immers nog steeds als ontvankelijk beschouwd.

Er worden tot en met 24 april 2020 evenwel geen nieuwe openbare onderzoeken, terinzageleggingen of raadplegingen meer georganiseerd.

De bevoegde overheden dienen op hun website actuele informatie te verstrekken in verband met de start- en einddata van de raadplegingen van het publiek, van de terinzageleggingen en van de openbare onderzoeken.

 

De invloed van het coronavirus op adviesinstanties

De bevoegde overheid kan ertoe besluiten om plenaire vergaderingen of adviesvergaderingen gedurende de periode van 27 maart tot en met 24 april 2020 alleen schriftelijk, via teleconferentie of via videoconferentie te houden.

Daarnaast kunnen ook de voorzitters van strategische adviesraden en van provinciale, intergemeentelijke of gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening  er toe besluiten om de vergaderingen in het kader van advisering van plannen en projecten uitsluitend schriftelijk, via teleconferentie of via videoconferentie te houden.

 

Welke gevolgen heeft het coronavirus voor lopende en toekomstige procedures inzake leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten?

De invloed van het coronavirus op de beslissingstermijn voor de Vlaamse Regering in het kader van een beroep tegen een besluit tot opname van een bedrijfsruimte in de inventaris

De eigenaar van een geregistreerde bedrijfsruimte kan tegen het besluit tot opname van het betrokken onroerend goed in de inventaris beroep aantekenen bij de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering dient de beslissing met betrekking tot dit beroep in principe te betekenen aan de indiener van het beroep binnen een termijn van 60 dagen.

Bij gebrek aan kennisgeving van de beslissing binnen deze termijn kan de indiener van het beroep een herinneringsbrief sturen aan de Vlaamse Regering per aangetekend schrijven. In voorkomend geval dient de Vlaamse Regering haar beslissing binnen een termijn van 30 dagen aangetekend te versturen aan de beroepsindiener. Deze termijn begint te lopen na de betekening van de herinneringsbrief van de beroepsindiener.

In principe wordt de registratie als niet bestaand beschouwd indien de Vlaamse Regering haar beslissing alsnog niet kenbaar heeft gemaakt aan de beroepsindiener binnen deze bijkomende termijn van 30 dagen.

Ingevolge het noodbesluit van 27 maart 2020 voor wat betreft ruimtelijke planning, complexe projecten, plan-milieueffectrapportage en leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten wordt deze termijn van 30 dagen evenwel opgeschort tot 24 april 2020 indien zij nog niet is afgelopen of pas begint te lopen tussen 27 maart 2020 en 24 april 2020.

 

De invloed van het coronavirus op de beslissingstermijn voor het Departement in het kader van een verzoek tot schrapping van een bedrijfsruimte uit de inventaris

Van zodra er aan de verwaarlozing of leegstand van een bedrijfsruimte een einde komt, kan de eigenaar van het onroerend goed verzoeken dat de bedrijfsruimte uit de inventaris van leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten wordt geschrapt. Het verzoek tot schrapping uit de inventaris van leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten dient eveneens een verklaring van de burgemeester te bevatten die de beëindiging van de leegstand en / of verwaarlozing bevestigt. Het verzoek tot schrapping dient per aangetekend schrijven aan het departement te worden overgemaakt.

Vervolgens dient het departement haar besluit inzake dit verzoek tot schrapping te betekenen aan de indiener binnen een termijn van 30 dagen na de betekening van het verzoek tot schrapping.

In principe wordt het verzoek tot schrapping geacht te zijn aanvaard indien het departement haar beslissing alsnog niet kenbaar heeft gemaakt binnen deze termijn van 30 dagen.

Ingevolge het noodbesluit van 27 maart 2020 voor wat betreft ruimtelijke planning, complexe projecten, plan-milieueffectrapportage en leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten wordt deze termijn van 30 dagen evenwel opgeschort tot 24 april 2020 indien zij nog niet is afgelopen of pas begint te lopen tussen 27 maart 2020 en 24 april 2020.

 

De invloed van het coronavirus op de financiële ondersteuning van de verwerving en de saneringswerkzaamheden in het kader van de vernieuwing van een onroerend goed dat in de inventaris is vermeld

Voor de verwerving en sanering van een onroerend goed dat in de inventaris is vermeld kan in de eerste plaats een financiële steun worden toegekend aan de OCMW’s, de gemeenten, de verenigingen van gemeenten, erkende sociale huisvestingsmaatschappijen, erkende provinciale ontwikkelingsmaatschappijen en het Vlaams Woningfonds voor de Grote Gezinnen.

Wanneer deze financiële steun wordt toegekend dient de initiatiefnemer in principe een basisstudie in te leiden binnen een termijn van 6 maanden na de betekening van het besluit inzake het verzoek tot financiële steun.

Indien de termijn van 6 maanden nog niet is afgelopen op 27 maart 2020, wordt deze ingevolge het noodbesluit van 27 maart 2020 voor wat betreft ruimtelijke planning, complexe projecten, plan-milieueffectrapportage en leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten verlengd met 60 dagen.

De hogervermelde financiële steun kan voor wat betreft saneringswerkzaamheden eveneens toegekend worden aan natuurlijke personen, privaatrechtelijke rechtspersonen en andere publiekrechtelijke rechtspersonen, op voorwaarde deze hoogstens 2 jaar eigenaar zijn van het desbetreffende onroerend dat in de inventaris is vermeld. Deze termijn van 2 jaar begint te lopen vanaf de datum van het verlijden van de authentiek akte.

Het noodbesluit van 27 maart 2020 voor wat betreft ruimtelijke planning, complexe projecten, plan-milieueffectrapportage en leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten kent ook in dit geval een termijnverlenging van 60 dagen toe, voor zover de termijn van 2 jaar nog niet is afgelopen op 27 maart 2020.

Uit bovenstaand overzicht mag duidelijk blijken dat de coronacrisis niet alleen een ingrijpende impact heeft op onze samenleving, maar eveneens op verschillende procedures inzake ruimtelijke ordening.

Indien u nog vragen zou hebben over de impact van de verschillende noodbesluiten op uw lopende of toekomstige procedures, aarzel dan niet om ons te contacteren. Wij zijn graag bereid u verder te informeren. Forum Advocaten kiest in deze tijden voor afstand, zonder daarbij de verbinding te verliezen.

 

Laura Van Dooren & Reiner Tijs

Reiner Tijs

Reiner Tijs is gespecialiseerd in het overheidsrecht en het omgevingsrecht (ruimtelijke ordening, stedenbouw en milieu). Hij kan bogen op ruime expertise, jarenlange ervaring en een breed netwerk. Reiner is authentiek en geloofwaardig. Hij benut de kracht van een sterke juridische argumentatie.